In 2021 hebben meer mensen zich bij een Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG) laten testen op seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) dan in 2020. Dit aantal is nog wel lager dan in 2019, het jaar voor de uitbraak van het coronavirus. Dat blijkt uit de thermometer seksuele gezondheid. Dat meldt het RIVM.
In 2021 waren er in totaal 138.436 soa-consulten bij de CSG's. Dit was 30 procent meer dan in 2020, maar nog wel 8 procent lager dan in 2019.
COVID-19
In 2020 was er minder zorg beschikbaar bij de CSG’s als gevolg van de COVID-19 pandemie. In 2021 konden weer meer mensen gebruik maken van zorg bij een CSG dan in 2020, maar het was nog niet op het niveau van vóór de COVID-pandemie. Omdat er minder zorg beschikbaar was, zijn er naar verhouding meer mensen getest die een hoog risico hebben op soa. Bijvoorbeeld mensen met klachten of mensen die een partner met een soa hebben.
Positieve uitslag
Bij 17,2 procent van de vrouwen die zich lieten testen was de uitslag positief. Bij heteroseksuele mannen was dat 22,6 procent. Bij soa-consulten van mannen die seks hebben met mannen (MSM) was 23,5 procent positief (deelnemers aan de PrEP-pilot zijn hier niet in meegeteld). Dit betekent dat ruim 1 op de 6 vrouwen en 1 op de 5 mannen die zich liet testen een soa had. Het percentage positieve testen was lager dan in 2020 maar nog wel hoger dan in 2019, met name bij heteroseksuele mannen en MSM.
PrEP
In 2019 is het nationale Pre-Expositie Profylaxe (PrEP) pilot programma gestart bij de CSG’s. Sindsdien hebben de CSG’s fors meer PrEP-consulten uitgevoerd. Mensen die deelnemen aan de PrEP-pilot bezoeken het CSG elke drie maanden voor een PrEP-consult. In 2021 was 40 procent van de consulten bij MSM een PrEP consult. Bij 17,7 procent van deze consulten was de uitslag van de soa-test positief. Op 31 december 2021 had het PrEP pilot programma naar schatting 7.693 deelnemers.
Door: Nationale Zorggids