Hoelang de huidige griepgolf in Nederland zal aanhouden en hoe hoog de piek van het aantal besmettingen wordt, laat zich volgens deskundigen van het RIVM moeilijk voorspellen. "We weten eigenlijk niet wat er gaat gebeuren met de griep, nu de coronapandemie hopelijk op zijn eind loopt", zegt onderzoeker en afdelingshoofd Adam Meijer.
"Het kan nog weken aanhouden, maar het kan ook dat het wegzakt en we voor de zomer geen griepgolf meer hebben. We gaan het zien", aldus Meijer.
De dominante griepvariant is dit jaar H3N2, een subtype van Influenza A. De griepprik die 60-plussers en mensen met een kwetsbare gezondheid in het najaar hebben gehaald, biedt volgens voorlopige cijfers een bescherming van circa 30 procent tegen besmetting. Dat is precies het gemiddelde van de afgelopen tien jaar.
Aantal klachten
Wie de prik heeft gehaald, loopt ongeveer 40 procent minder kans op ziekenhuisopname door griep, vult epidemioloog Rianne van Gageldonk aan. Zij is afdelingshoofd respiratoire infectieziekten bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Volgens de laatste cijfers gingen vorige week 61 op de 100.000 mensen in Nederland naar de huisarts met griepachtige klachten. Dat aantal ligt maar net boven de grens die normaal wordt aangehouden om van een epidemie te spreken: die ligt op 58 huisartsbezoeken per 100.000 inwoners.
Epidemie
De cijfers laten zich echter niet goed vergelijken met voorgaande jaren, zeggen de experts. Mensen met griepachtige klachten doen nu vaak een coronatest en zullen minder geneigd zijn om naar de huisarts te gaan, denken ze. In 62 procent van de testmonsters van huisartsen én coronateststraten die op griep worden onderzocht, wordt influenzavirus gevonden. Zulke hoge percentages duiden erop dat inderdaad een epidemie gaande is.
Gemiddeld krijgen mensen eens in de tien jaar griep. Dat het griepvirus door de coronamaatregelen een tijd nauwelijks aanwezig is geweest, wil volgens de deskundigen niet zeggen dat we er nu niet meer tegen bestand zijn. "Eigenlijk hebben we maar één seizoen gemist", zegt Meijer. Hij verwacht dat dit geen grote invloed zal hebben op bijvoorbeeld jonge kinderen die hierdoor pas later met influenzavirussen in aanraking komen.
Door: ANP