Voorwaarden Lemtrada MS medicijn

Voor het voorschrijven en het gebruik van het medicijn alemtuzumab (Lemtrada) is een aantal nieuwe voorwaarden vastgesteld. De nieuwe voorwaarden zijn opgesteld nadat er twijfels ontstonden over de veiligheid van het medicijn dat wordt gebruikt bij de behandeling van patiënten met MS. Dit meldt het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.

Het medicijn kan namelijk tijdens of kort na het infuus ernstige en soms fatale bijwerkingen geven. Het gaat daarbij om problemen met het hart of de bloedvaten, zoals een hersenbloeding of een hartinfarct. Ook kan het medicijn een aantal ziektes veroorzaken aan het afweersysteem.
 
Het medicijn alemtuzumab wordt gebruikt bij volwassenen met een zeer actieve vorm van multiple sclerose (RRMS). Het middel geneest MS niet, maar kan het aantal MS-aanvallen (relapses) verminderen. Het kan ook worden gebruikt om bepaalde symptomen van de ziekte te verminderen.
 

Advies aan patiënten die Lemtrada gebruiken

 
Het collega adviseert patiënten die onlangs behandeld zijn met het medicijn en ernstige klachten ervaren om direct contact op te nemen met de arts. Het gaat dan om symptomen als pijn op de borst, moeite met ademhalen, ophoesten van bloed, een scheve mond plotselinge ernstige hoofdpijn, krachtsverlies aan één zijde, problemen met praten of nekpijn, een gele huid of ogen, donkere urine, snel bloeden of blauwe plekken krijgen en koorts met opgezwollen klieren.
 

Advies aan zorgverleners

 
De indicatie voor alemtuzumab is ingeperkt. Gebruik het medicijn alleen bij patiënten die zeer actieve RRMS hebben, ondanks een volledige en adequate behandeling met ten minste één ziektemodificerende therapie, of bij patiënten met zich snel ontwikkelende ernstige RRMS. Alemtuzumab mag niet langer gebruikt worden bij patiënten met onder meer ernstige actieve infecties, ongecontroleerde hypertensie, angina pectoris, gelijktijdige auto-immuunziekten anders dan MS en in het verleden een beroerte en/of myocardinfarct. (zie voor de volledigheid de DHPC). Tijdens of kort na het infuus kunnen ernstige reacties optreden. Hou patiënten daarom in nauwgezet in de gaten. Na het laatste infuus moeten patiënten ten minste 48 maanden gemonitord worden op auto-immuun aandoeningen. Waarschuw uw patiënt dat deze aandoeningen ook later dan 48 maanden na het laatste infuus kunnen optreden.
 
 
Door: Nationale Zorggids