Kankerpatiënten die na operatieve verwijdering van uitzaaiingen in de lever een zogenaamde chemopomp geïmplanteerd kregen, leven twee jaar langer dan patiënten die deze pomp niet kregen. Dat blijkt uit een groot onderzoek onder Amerikaanse kankerpatiënten. Chirurg-oncoloog dr. Bas Groot Koerkamp van het Erasmus MC in Rotterdam leidde het onderzoek in het Memorial Sloane Kettering Cancer Center in New York. Dit meldt het Erasmus MC.
Dr. Bas Groot Koerkamp, chirurg-oncoloog in het Erasmus MC Kanker Instituut, heeft in Amerika een grote groep patiënten onderzocht die na operatieve verwijdering van de uitzaaiingen in de lever een pomp onderhuids geïmplanteerd kregen. Die pomp geeft chemotherapie op de plek waar die het meest nodig en effectief is, namelijk rechtstreeks in de lever. De HAI (Hepatic Arterial Infusion)-pomp dient de chemotherapie, floxuridine, toe in de slagader naar de lever. De kankercellen krijgen een hoge dosis chemotherapie. Het bijzondere van floxuridine is dat het vrijwel volledig wordt opgenomen in de lever. Hierdoor ontstaat een concentratie in de lever die 400 keer hoger is dan buiten de lever. Slechts enkele patiënten hadden bijwerkingen zoals maagklachten of galwegklachten.
Darmkanker komt veel voor in Nederland. Jaarlijks zijn er rond de 13.000 nieuwe patiënten. Ongeveer de helft van hen krijgt uitzaaiingen in de lever. De uitzaaiingen kunnen vaak operatief worden verwijderd, maar bij 80 procent van de geopereerde patiënten keert de kanker terug. Chemotherapie in pilvorm of via het infuus verkleint die kans niet. Er is op dit moment in Europa geen behandeling om het terugkomen van de kanker na de operatie te voorkomen. Groot Koerkamp heeft aan het einde van 2016 een grote subsidie van KWF Kankerbestrijding ontvangen om de effectiviteit van de HAI-pomp in Nederland te onderzoeken. Voor het onderzoek in Nederland komen patiënten in aanmerking met uitzaaiingen van darmkanker in de lever.
Door: Redactie Nationale Zorggids