Normal_avl

Via een test is het mogelijk om te voorspellen of een chemotherapie wel of niet veilig gaat uitpakken voor kankerpatiënten. Onderzoekers van het Antoni van Leeuwenhoek tonen aan dat ernstige vergiftigingsverschijnselen bij een grote groep patiënten kan worden voorkomen. Dit schrijven zij in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Clinical Oncology, meldt de Telegraaf. 

Het gaat om een test bij patiënten die veelgebruikte kankermedicijnen als capecitabine, tegafur en fluorouracil krijgen. Deze geneesmiddelen worden voornamelijk ingezet bij borstkanker, dikkedarmkanker, maagkanker en hoofd-halskanker. Een op de twintig patiënten die chemotherapie ondergaan, krijgt een gevaarlijke reactie. Dankzij de test is het mogelijk om vast te stellen of het lichaam de medicijnen goed afbreekt.

"Ik verwacht dat dit onderzoek de zorgstandaard voor deze patiënten in Nederland en de gehele wereld zal veranderen. Onze test is eenvoudig, en we tonen bovendien aan dat de toepassing kosteneffectief is", stelt Jan Schellens, oncoloog bij het ziekenhuis. Het is een genetische test waarbij niet meer nodig is dan een plasje bloed.

Voor mensen die een verhoogd risico op vergiftiging lopen, is de oplossing eenvoudig: de dosis halveren. "Vanwege het defecte afbraakeiwit, verkregen via vader of moeder, wordt de chemotherapie in deze patiënten half zo snel afgebroken als normaal. Wanneer je deze patiënten de helft van de gebruikelijke dosis geeft, blijft die dosis dus wel twee keer zo lang in het bloed zitten", aldus hoogleraar Schellens.

© Nationale Zorggids