Normal_hart_gezondheid
Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) mag vaker steunharten implanteren. Het UMCG mocht al steunharten implanteren wanneer deze diende om de wachttijd tot een harttransplantatie te overbruggen. Nu mag het UMCG ook steunharten implanteren als een harttransplantatie niet mogelijk is. Het steunhart fungeert dan als einddoeltherapie. Dat is afgesproken met het ministerie van VWS, zo meldt het UMCG. 
Het implanteren van een zogenoemd Left Ventricular Assist Devices (LVAD), ook wel kunsthart of steunhart genoemd, is een complexe en kostbare behandeling. Ziekenhuizen hebben een speciale vergunning nodig op grond van de Wet bijzondere medische verrichtingen om de operatie uit te mogen voeren.
 
Er is bewijs dat een steunhart voor patiënten met ernstig hartfalen die niet in aanmerking komen voor een harttransplantatie ook heel goed kan werken. Daarom mag het UMCG nu dus ook steunharten implanteren als behandeling van eindstadium hartfalen als een harttransplantatie geen optie meer is. Dit wordt 'destination therapy', of einddoeltherapie genoemd. 
 
Een steunhart neemt de pompfunctie van het hart gedeeltelijk of helemaal over. Dat is bijvoorbeeld nodig als de hartspier zo ernstig verzwakt of beschadigd is, dat deze het bloed niet meer goed kan rondpompen. Patiënten met ernstig hartfalen die ondanks medicijnen ernstige klachten houden, komen in aanmerking voor een steunhart. 
 
© Nationale Zorggids