Patiënten die na een hartinfarct gedotterd worden herstellen gemiddeld net zo goed, als patiënten bij wie het bloedstolsel verwijderd wordt. Een dotterbehandeling verkleint bovendien de kans op een herseninfarct. Dit meldt de Volkskrant.
Het maakt niet uit of hartpatiënten gedotterd worden of dat het bloedstelsel bij hen wordt weggehaald. Gemiddeld herstellen zij na een hartinfarct even goed. Bovendien is het risico op een herseninfarct kleiner bij een dotterbehandeling. Dit is de conclusie van een eerste groot internationaal onderzoek dat uitgevoerd is onder ruim tienduizend patiënten, verdeeld over 87 ziekenhuizen in twintig landen.
Alle patiënten die deel uitmaakten van het onderzoek kregen een dotterbehandeling. Daarnaast kreeg de helft van de patiënten een trombectomiebehandeling; hierbij wordt met een katheter het bloedstolsel uit het bloedvat gezogen. Verschil van herstel van het hart was er niet tussen beide groepen, maar wel bleek vaker een herseninfarct voor te komen bij patiënten bij wie het bloedstolsel was weggehaald. Dit lag in de eerste 30 dagen op 0,7 procent tegenover 0,3 procent bij patiënten die gedotterd waren. Na zes maanden waren de verschillen nog groter: 1 procent tegenover 0,5 procent. Een oorzaak kan zijn dat het bloedstolsel tijdens de behandeling verloren raakt en een een ader in de hersenen blokkeert.
Martin Schalij, hoogleraar cardiologie aan het LUMC, zelf niet betrokken bij het onderzoek, denkt dat op grond van deze grote studie de richtlijnen zullen worden aangepast. Al zijn er ook patiënten die meer baat hebben bij het wegzuigen van bloedstolsel s, omdat bij hen een dotterbehandeling niet slaagt.
© Nationale Zorggids