Normal_dotteren

De behandeling van een acuut hartinfarct kan beter. De dotterbehandeling heeft vele levens gered, maar zorgt bij zo’n veertig procent van de patiënten voor een bloeding in de hartspier. Dat beschrijven studente geneeskunde Ryanne Betgem en onderzoeker Guus de Waard, beiden van VUmc, deze week in een review-artikel in het tijdschrift Nature Reviews Cardiology. Ze doen ook aanbevelingen voor verbetering van de behandeling, zo meldt VUmc.

Bij een acuut hartinfarct ondergaat een patiënt in Nederland een dotterbehandeling: de verstopte kransslagader wordt vrijgemaakt en de interventiecardioloog plaatst in de ader een stent (een buisje dat het bloedvat openhoudt). Het dotteren is een succesvolle ontwikkeling, die sinds de jaren negentig vele levens heeft gered. Jaarlijks krijgen in Nederland zo’n 15.000 mensen een acuut hartinfarct. Dotteren is echter niet alleen een succesverhaal, zo blijkt uit een uitvoerige literatuurstudie door Betgem en De Waard. Van alle behandelde patiënten ontwikkelt 30 tot 50 procent daarna ernstig hartfalen, mede veroorzaakt door een bloeding in de hartspier. 'Hier zijn we pas sinds kort achter en er is nog geen behandeling voor deze enorme groep patiënten', zegt Betgem. 'De behandeling van het acute hartinfarct is dus niet zo effectief als we altijd hebben gedacht.'

Betgem noemt in haar artikel enkele maatregelen die de inwendige bloeding naar verwachting kunnen beperken of voorkomen. Ten eerste zou het bloedvat langzamer geopend kunnen worden, zodat de plotselinge druktoename op de kleine vaten kleiner is. Ook het verlagen van de bloeddruk tijdens de dotterprocedure zou een gunstig effect op de kwetsbare vaatjes kunnen hebben. Ten derde zouden cardiologen ook de timing en mate van toedienen van de antistollingsmiddelen kritisch tegen het licht moeten houden. Betgem en haar collega’s roepen vakgenoten op om hier meer onderzoek naar te doen. Aan het VUmc wordt nu uitgebreid experimenteel en klinisch onderzoek gedaan naar de precieze oorzaken van de vaatlekkage en de mogelijkheden om dit met medicijnen tegen te gaan.

© Nationale Zorggids