Logo_umc_radboud__nijmegen_logo

Bij de meeste mensen met erfelijke darmkanker moet de oorzaak nog worden ontdekt. In veel gevallen spelen fouten in bepaalde groepen genen een rol. Onderzoekers van het UMC St Radboud ontdekten een nieuwe groep genen die bij een mutatie ook een risico op erfelijke darmkanker geven. Dat meldt het UMC St Radboud.

Erfelijke darmkanker wordt veroorzaakt door fouten in onze genen. Het meest bekend is de familiaire adenomateuze polyposis (FAP), waarbij mensen al in hun tienerjaren darmpoliepen ontwikkelen, wat doorgaans wordt gezien als het voorstadium van darmkanker. De aandoening wordt veroorzaakt door fouten in genen die de deling van darmcellen regelen. Door die fouten ontstaat versnelde celdeling, waardoor de kans op genetische kopieerfoutjes (en de kans op darmkanker) snel toeneemt. Uiteindelijk krijgt vrijwel iedereen met FAP darmkanker.

Het Lynch syndroom, dat aanzienlijk vaker voorkomt dan FAP, wordt veroorzaakt door een groep genen die betrokken is bij de correctie van kopieerfouten. Als deze zogenoemde 'reparatie'-genen niet goed functioneren kunnen DNA-fouten ontstaan, waardoor de kans op darmkanker toeneemt. Roland Kuiper, moleculair bioloog in het UMC St Radboud: 'Met FAP en Lynch syndroom hebben we nog lang niet alle oorzaken van erfelijke darmkanker in kaart gebracht. Daarom zoeken we nog steeds naar andere oorzaken in families die ook een (sterk) verhoogde kans op erfelijke darmkanker hebben.'

Met de ontdekking van een nieuwe groep genen lijkt dat nu gelukt te zijn. In het blad Gastroenterology wordt door Kuiper en eerste auteur Richarda de Voer melding gemaakt van fouten in een nieuwe groep genen waardoor de kans op erfelijke darmkanker wordt verhoogd. Bij zes patiënten die al voor hun veertigste darmkanker hadden ontwikkeld, vonden ze veranderingen in de genen BUB1 en BUB3. De Voer: 'Net als de genen bij FAP en Lynch syndroom spelen ook deze genen een belangrijke rol in de snel delende darmcellen. Een delende cel moet zijn chromosomen goed verdelen. Dat gebeurt met behulp van een netwerk van draden. Als alles goed verloopt worden de chromosomen aan deze draden uit elkaar getrokken en gaat de cel verdubbelen.' BUB1 en BUB3 behoren tot de groep van genen die dit proces controleren. Wanneer de draden niet goed verknoopt zijn of de chromosomen niet goed verdeeld dan wordt de verdubbeling door deze genen afgeblazen. Bij een kleine drie procent van de patiënten die onderzocht werden bleek dit systeem niet goed te werken doordat ze fouten hadden in BUB1 en BUB3.

De Voer: 'Het bijzondere van deze erfelijke afwijkingen is, dat we deze defecten in de celdeling óók al kunnen zien in het bloed van personen met een fout in deze genen.' Met hun onderzoek hebben De Voer en Kuiper nu een volgende groep genen voor erfelijke darmkanker in beeld gebracht. Voor mensen die op hele jonge leeftijd darmkanker krijgen en geen FAP of Lynch syndroom hebben, kan een bloedtest en screening op deze genen misschien een standaardtest worden. Daarmee zijn nog altijd niet alle oorzaken van erfelijke darmkanker opgehelderd, maar deze categorie wordt wel langzaam steeds kleiner.

© Nationale Zorggids