ANKARA (Novum) - Het onderzoek dat de Turkse autoriteiten hebben ingesteld naar de dood van de vroegere premier en president Turgut Özal heeft weinig opgeleverd. In het stoffelijk overschot van Özal zijn weliswaar sporen van een giftige stof gevonden, maar dit wijst er vooralsnog niet op dat hij vergiftigd is. Dat heeft het Turkse staatspersbureau Anadolu woensdag gemeld.
Artsen concludeerden na zijn dood in 1993 dat de 66-jarige Özal, die in 1987 een drievoudige bypass-operatie aan de kransslagader onderging, was gestorven aan hartfalen. Er werd echter nooit autopsie verricht. Eerder dit jaar werd in een officieel rapport vastgesteld dat de omstandigheden rond Özals dood verdacht waren. De familie van Özal beweert al langer dat de pro-westerse politicus werd vergiftigd.
Forensische deskundigen die het lichaam van Özal hebben onderzocht troffen sporen aan van DDT en cadmium, aldus Anadolu. Ze konden echter niet met zekerheid zeggen of Özal vergiftigd is. Het autopsierapport is niet openbaar gemaakt, dus het is niet duidelijk wat de precieze doodsoorzaak was.
