Naar de tandarts gaan is niet voor alle ouderen even vanzelfsprekend meer. Zeker niet als ze nog thuis wonen en verslechterde mobiliteit hebben, dementerend zijn of niet-aangeboren hersenletsel hebben. Lichamelijke gezondheid wordt echter bevorderd door een schoon gebit. Dit bereik je door tweemaal daags je tanden te poetsen, geregeld te flossen en niet te veel suikers te eten of drinken.

Ontstekingen gaan verder dan de mond

Slechte mondhygiëne kan leiden tot ontstekingen, die zich verder kunnen verspreiden naar de longen. Een longontsteking begint in 10 procent van de gevallen in de mond, stelt De Goede. “Tegelijkertijd eindigen veel mensen die in verpleeghuizen wonen met een longontsteking. Er zijn ook aanwijzingen dat Parkinson in de darmen begint.” De Goede spreekt mensen in heel Brabant aan op het belang van goede mondzorg en dat wanneer er sprake van dementie eer een doorleefplan of behandelpaspoort zou moeten zijn. In zo’n paspoort laat iemand vaststellen dat ook bij geestelijke en lichamelijke achteruitgang de verzorging van de mond belangrijk blijft.

Ouderen thuis zien

Meer nog dan voor jongere volwassenen is het voor ouderen lastig om een ongeschonden gebit te houden. Door geneesmiddelengebruik kan de mond bijvoorbeeld droog worden. En een gebrek aan speeksel kan leiden tot meer gaatjes. Het is voor hen heel belangrijk om een gespecialiseerde ouderentandarts te hebben, die ook bij de mensen thuiskomt. Veel kwetsbaren komen niet meer bij de tandarts en ook mensen met sociale problemen zoals eenzaamheid, doen zichzelf volgens De Goede tekort op het gebied van verzorging. Het probleem met een specifieke groep ouderen is dat ze denken dat ze niet lang meer te leven hebben. Tegen hen zegt de tandarts altijd dat uitstellen of afstellen nooit verstandig is. Vooral omdat ouderen steeds langer leven. En ook al zijn ze midden tachtig, ze zouden nog 15 jaar kunnen leven. Of meer.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky