In de afgelopen jaren maakte de zorg een grote ontwikkeling door, met veel nieuwe toetreders en organisatievormen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op een groot deel van deze zorgaanbieders. In 2017 bezocht de inspectie 146 nieuwe of nog onbekende zorgaanbieders in de ouderenzorg, thuiszorg, ggz en gehandicaptenzorg. 95 procent was niet op de hoogte van de kwaliteitseisen die worden gesteld aan de zorg. Zorgaanbieders die bezocht zijn door de inspectie weten wel aan welke eisen de zorg moet voldoen. Zij halen bij een hertoets dan ook betere resultaten. Dit meldt IGJ.
De inspectie toetst zorgaanbieders op vijftien randvoorwaarden voor veilige en goede zorg die vooral zijn gebaseerd op de Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg). Bij 95 procent van de nieuwe of onbekende organisaties in 2017 was na een eerste onvoldoende beoordeling een hertoets noodzakelijk. Van hen voldeed 66 procent aan het eind van deze onderzoeksperiode aan de randvoorwaarden voor goede zorg.
Vervolgtoezicht bij achterblijvers
De inspectie zet vervolgtoezicht in bij zorgaanbieders die achterblijven. Tegelijk roept zij ook cliënten op om zich tijdig informeren over wat goede zorg is en melding te doen bij het Landelijk Meldpunt Zorg als zij twijfels hebben over de kwaliteit van zorgverlening van hun zorgaanbieder. De nieuwe wet Wtza (Wet toetreding zorgaanbieders) die waarschijnlijk in 2019 in werking treedt, verplicht nieuwe aanbieders zich vooraf te melden. De nieuwe wet moet ertoe leiden dat nieuwe zorgaanbieders zich bewust zijn van de wettelijke eisen en het kwaliteitskader van de eigen sector, vóórdat ze met de zorgverlening gaan beginnen. Daar gaat de inspectie op toezien.
Door: Redactie Nationale Zorggids