Medisch-wetenschappelijk onderzoek levert momenteel te weinig kennis op voor de ouderenzorg. Om ouderen meer bij onderzoek te betrekken, stelden het Radboudumc, het ministerie van Volksgezondheid en de Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie de ‘Leidraad voor medisch-wetenschappelijk onderzoek bij ouderen’ op. Deze werd vorige week gepresenteerd tijdens de Nationale Geriatriedagen. Dat meldt het Radboudumc.
Het aantal ouderen in Nederland neemt toe en daarmee ook zorg voor mensen met toenemende kwetsbaarheid, meervoudige ziektelast en afnemende levensverwachting. De wetenschappelijke kennis waar deze zorg op is gebaseerd komt echter grotendeels van onderzoek onder (jonge) volwassenen. Het is in de praktijk problematisch om kwetsbare ouderen te laten deelnemen aan onderzoek. Vanwege de hoge diversiteit van de doelgroep en het veelvuldig voorkomen van meerdere ziektes naast elkaar, is het daarnaast lastig om algemeen geldende conclusies uit het onderzoek te kunnen trekken.
De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (Wmo) stelde tot voor kort beperkingen aan het uitvoeren van onderzoek bij wilsonbekwame ouderen. Het ministerie van Volksgezondheid heeft deze mogelijkheden onlangs verruimd voor niet-therapeutisch onderzoek. Ondanks deze verruiming zijn veel onderzoekers niet vertrouwd met het betrekken van ouderen in onderzoek. Om onderzoekers te helpen bij het uitvoeren van Wmo-plichtig onderzoek bij ouderen publiceert het Radboudumc in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid een leidraad met 45 aanbevelingen.
De aanbevelingen in de leidraad geven onder andere antwoord op vragen rond deelname van wilsonbekwame ouderen, de rol van naasten en mantelzorgers en ethische vragen rond de belasting van ouderen met onderzoek. Met de praktische tips hopen de opstellers van de richtlijn ervoor te zorgen dat meer ouderen deelnemen aan onderzoek, de uitval tijdens het onderzoek wordt verlaagd en dat ouderen meer invloed krijgen op de uitvoering van het onderzoek.
Door: Redactie Nationale Zorggids