Senioren praten meer over onderwerpen die vroeger taboe waren, zoals de dood, geld en politiek. Toch blijven seks en andere zaken onder de gordel lastig bespreekbaar, ook voor de 'vrije-liefde-generatie'. En er is een nieuw taboe bij gekomen, zo lijkt het: praten over het geloof. Dit blijkt uit landelijk onderzoek van seniorenorganisatie Unie KBO waaraan ruim zeshonderd mensen deelnamen.
In vergelijking met vijftig jaar geleden praten we tegenwoordig veel meer over onderwerpen die vroeger taboe waren, zoals de dood, geldproblemen en schulden, verslaving en familieperikelen. Voor negen van de tien senioren is dit geen taboe meer, zo blijkt uit het KBO-onderzoek. Bijna vier van de tien senioren is zonder meer positief over deze openheid, 6 procent ziet het als een nadeel.
Het enige onderwerp dat van de openheid juist in de taboesfeer terecht lijkt gekomen, is geloofs- en levensovertuiging. Daar werd vroeger veel openlijker over gesproken dan nu. 53 procent van de senioren sprak daar vroeger meer over. Respondenten gaven aan dat een geloofsovertuiging niet meer vanzelfsprekend is. Het onderwerp seks lijkt na de seksuele revolutie van de jaren zestig beter bespreekbaar geworden, maar in gesprekken met vrienden, buren en bekenden is het nog steeds het grootste taboe: 69 procent van de ouderen bespreekt dit nooit met hen. Ook in de communicatie met de kinderen zijn seks en problemen binnen de relatie de grootste taboes.
Eén op de vijf senioren (21 procent) heeft onderwerpen die ze in hun gemiddeld veertig jaar lange relatie nog nooit hebben besproken met hun partner, waaronder seksgerelateerde wensen en voorkeuren en gebeurtenissen uit het verleden zoals misbruik tijdens de jeugd. Verder heeft 20 procent al die tijd iets geheim gehouden voor zijn partner, bij voorbeeld biseksuele gevoelens of dat ouders NSB'er waren tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Een onderwerp wordt als taboe ervaren omdat het te privé, emotioneel, gênant, indringend of intiem is. Men schaamt zich ervoor en wil er niet te koop mee lopen, het doet pijn om erover te praten, het kan anderen kwetsen. Men durft er vaak niet over te praten, het lost niets op, het is onaangenaam en het geeft een onwennig en naar gevoel, zo duiden de respondenten.
©Nationale Zorggids
2. We zijn toen opgestaan en weggegaan. Ook terug lopend want zo aangepast waren we vanaf die eerste dag. Sindsdien zijn we in veel àndere kerken geweest. Maar actief lidmaat: dat hield toen op. Dat was 1972.
1. Geloof bijvoorbeeld is als onderwerp zeldzaam bij ons door de receptie die we samen kregen toen we ons in 1972 in ons dorp vestigden. M'n vrouw had geen hoed op. Daaraan werd door de dienstdiende ouderling vanaf de kansel luid sprekend schande gesproken.