Veel ouderen gebruiken verschillende geneesmiddelen omdat zij meerdere chronische aandoeningen naast elkaar hebben, terwijl onvoldoende is aangetoond of dit effectief en veilig is. Daarnaast zijn ouderen extra vatbaar voor bijwerkingen van geneesmiddelen met soms ernstige consequenties als verlies van zelfstandigheid, opname in ziekenhuis of verpleeghuis en sterfte. Dat meldt VUmc.
Hoogleraar Rob van Marum van VUmc pleit in zijn inaugurele rede op 3 oktober voor betere inbedding van ouderengeneeskunde in de medische opleidingen en voor meer training in het veilig voorschrijven van geneesmiddelen aan ouderen. Volgens Van Marum wordt in medische richtlijnen onvoldoende rekening gehouden met kwetsbaarheid van ouderen. Bij de behandeling van ouderen met geneesmiddelen moet meer rekening worden gehouden met de wensen, mogelijkheden en verwachte levensverwachting van de patiënt. Ook zal de arts moeten afwegen of de kans op bijwerkingen niet te groot is zodat mogelijke gunstige effecten van een behandeling volgens de richtlijnen daartegen wegvallen. Bij het maken van behandelkeuzes voor ouderen zouden artsen - in samenspraak met de patiënt - vaker moeten afzien van behandeling en moeten richtlijnen soms weloverwogen worden genegeerd.
Kennis van al deze aspecten van farmacotherapie bij ouderen is onvoldoende aanwezig bij het merendeel van de voorschrijvers en apothekers. Van Marum pleit daarom voor betere inbedding van ouderengeneeskunde in de medische basisopleiding en vervolgopleiding en met name voor meer training in gericht en veilig voorschrijven van geneesmiddelen aan ouderen. Daarnaast zouden kwetsbare ouderen met een hoge kans op bijwerkingen tijdens een ziekenhuisopname moeten worden begeleid. Speciaal opgeleide deskundigen zoals klinische farmacologen zouden de effecten van de medicatie in de gaten moeten houden.
© Nationale Zorggids