De kans op een nieuwe bloedprop in de ader of longen is tijdens de zwangerschap en in de kraamperiode zo’n 6 tot 10 procent voor vrouwen die het al eens eerder hebben gehad. Vrouwen met dit medische verleden gebruiken daarom tijdens en vlak na de zwangerschap het antistollingsmiddel heparine. Lange tijd bleef echter onduidelijk hoeveel heparine ze nodig hadden.

Lagere dosering heparine is voldoende

Uit nieuw onderzoek onder leiding van Saskia Middeldorp van het Radboudumc blijkt dat er statistisch geen verschil is tussen vrouwen met een trombosegeschiedenis di een lage dosering kregen en vrouwen die een dubbele dosis kregen. De kans op een nieuwe trombose in de gehele zwangerschapsperiode tot zes weken na de bevalling bleek 2 procent in de groep met een hogere dosis en 2,9 procent in de groep met een lagere dosis heparine. Tijdens de zwangerschap was het risico in beide groepen gelijk: 0,9 procent. Dit betekent dat een lage dosering voldoende is om de kans op een nieuwe trombose tijdens de zwangerschap te verlagen.

Minder bijwerkingen

“Het is geen prettig middel. Zwangere vrouwen moeten zich elke dag prikken met heparine, het enige middel waarvan we weten dat het veilig is voor de baby. We stellen nu voor het eerst vast dat een lage hoeveelheid tijdens de zwangerschap net zo goed werkt.”  Daarnaast geeft een lage dosis minder bijwerkingen en is het geven van een ruggenprik tijdens de bevalling makkelijker. “Bovendien scheelt het de helft aan kosten.”

Omdat het risico op een nieuwe trombose het hoogst is tijdens de kraamperiode, wordt in de zes weken na de bevalling wel een hogere dosering aanbevolen.

Door: Nationale Zorggids