Normal_kamer

"Doordenderen", zo verwoordde de PvdA het voorgenomen besluit van minister Kuipers (VWS) om integrale bekostiging in de geboortezorg per 2023 regulier te maken. Volgens de PvdA is het beter om pas op de plaats te maken, omdat het experiment met integrale bekostiging nog onvoldoende resultaten laat zien. Zo blijkt uit RIVM-onderzoek. Ook is er veel onvrede in het werkveld van de geboortezorg over deze bekostiging. Dat meldt de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV). 

De PvdA heeft samen met BBB een duidelijke voorkeur voor een eenspoorbeleid waarmee een einde wordt gemaakt aan de verdeeldheid. Zij verzoeken de minister in een motie om in gesprek te gaan met alle partijen die betrokken zijn bij de geboortezorg. Dit om tot een gezamenlijk routeplan voor toekomstige bekostiging te komen vanuit de gedeelde uitgangspunten van het Common Eye traject en daarmee NZa te laten weten integrale bekostiging per 1 januari 2023 niet op te nemen in reguliere bekostiging. De KNOV staat achter deze motie. Deze is in lijn met de brief welke wij op 17 mei aan de Tweede Kamer hebben gestuurd. 

Tot teleurstelling van de KNOV heeft minister Kuipers (VWS) de motie ontraden, omdat hij de organisaties die werken met integrale bekostiging niet wil stoppen. De KNOV begrijpt dat, alleen is het daarvoor niet nodig om de integrale bekostiging regulier te maken. De integrale geboortezorg organisaties (IGO’s) kunnen door onder de reguliere bekostiging.

Integrale bekostiging niet nodig

Er worden voorbeelden genoemd van verplaatsing van zorg door integrale bekostiging, die net zo goed en vaak al eerder in de reguliere zorg hebben plaatsgevonden. Denk daarbij aan verloskundigen die in de eerste lijn zwangeren mogen begeleiden waar bij een eerdere zwangerschap de placenta heeft losgelaten. Dit wordt gebracht als een voorbeeld dat integrale bekostiging werkt. Het heeft alleen niks met integrale bekostiging te maken. Dit is niet uniek en kan in veel regio's onder de huidige bekostiging. Hetzelfde geldt voor het voorbeeld van de Regio Rijnmond waar minister Kuipers over spreekt in het korte Tweede Kamerdebat. In deze regio wordt er goed samengewerkt, dat zijn we eens met de minister, maar dat gebeurt onder de huidige bekostiging terwijl een incorrect beeld wordt geschetst dat hier wel sprake is van integrale bekostiging. 

Positie eerstelijnsverloskundigen en waarborgen

Meerdere politieke partijen hebben in het debat aandacht gevraagd voor het verbeteren van de positie van eerstelijnsverloskundigen. Onder meer door het versterken van de regionale samenwerking waarbij zij de minister vragen om de KNOV daar beter bij te betrekken. Ook wordt gevraagd naar waarborgen om het tweesporenbeleid in de praktijk niet een eenspoorbeleid te laten zijn. Zij verzoeken minister Kuipers concreter te worden in zijn toezeggingen op dit gebied. De KNOV ondersteunt het belang hiervan; zonder concrete acties is een dergelijke toezegging weinig waard. Samen met leden hebben we hard gewerkt om dit op het netvlies te krijgen. 

Komende dinsdag stemming

We hopen dat de Tweede Kamer bij meerderheid de motie van de PvdA gaat steunen op dinsdag 31 mei als de stemming naar verwachting plaatsvindt. Echter, de reacties van in elk geval de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en CU zijn richting het regulier maken van integrale bekostiging per 2023.  

Ook de motie van FvD is ontraden door de minister. Deze verzoekt de regering zorgverzekeraars te verplichten verloskundige zorg buiten een IGO, net zoals de huisartsenzorg, volledig te vergoeden en de verzekerde geen eigen bijdrage hiervoor in rekening te brengen.

Voor alle andere zes moties (zie hieronder) laat de minister het oordeel aan de Kamer. 

Door: Nationale Zorggids
Beeld: KNOV