Vanaf 2 augustus 2022 krijgen ouders die betaald ouderschapsverlof willen opnemen niet 50 procent maar 70 procent van het dagloon uitbetaald. Het kabinet wil er hiermee voor zorgen dat mensen meer echte keuzes krijgen in de combinatie van zorg en werk. Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stuurt hier vandaag een voorstel over aan de Eerste en Tweede Kamer. Dit meldt Rijksoverheid.
Ouders hebben vanaf 2 augustus dit jaar recht op negen weken betaald ouderschapsverlof. Ouders kunnen in deze periode wennen aan de nieuwe situatie en samen tijd hebben om bewust keuzes te maken over de verdeling tussen werk en privé, voor nu en later. Door de uitkering te verhogen, verlaagt het kabinet de drempel om ouderschapsverlof op te nemen. “Dit helpt ook jonge vaders om meer betrokken te zijn bij het opgroeien van hun kind”, aldus Van Gennip.
Eerste levensjaar
Ouders kunnen het betaald ouderschapsverlof aanvragen als de negen weken worden opgenomen in het eerste levensjaar van het kind. In totaal hebben ouders recht op 26 weken ouderschapsverlof in de eerste zeven jaar van een kind. Als niet alle negen weken betaald verlof worden opgenomen in het eerste jaar kunnen deze worden toegevoegd aan de resterende 17 weken ouderschapsverlof. Deze weken zijn onbetaald. Het blijft net als in de huidige situatie voor werkgevers en werknemers wel mogelijk om daar aanvullende afspraken over te maken, bijvoorbeeld in de cao.
Combinatie arbeid en zorg
De verhoging van het betaald ouderschapsverlof past in de brede agenda van het kabinet om de combinatie van arbeid en zorg aantrekkelijker te maken en om te werken aan de gendergelijkheid op de arbeidsmarkt. Hier hoort onder andere het bestrijden van loonverschillen bij, een royalere kinderopvangregeling en het werken aan een betere representatie aan de top bij bedrijven en de overheid. Gisteren kreeg minister van Gennip in dit kader ook de handreiking zwangerschap en werk aangereikt van de SER.