Een baby die met 36 weken of eerder ter wereld komt, is een prematuur geboren baby. Hoe later in de zwangerschap een baby geboren wordt, hoe ‘meer af’ hij is. Te vroeg geboren baby’s hebben onrijpe longen, onrijpe darmen en soms een onrijp hartje, afhankelijk van wanneer ze geboren zijn. Ieder kind is anders, zo ook een prematuur geboren kindje. Zo heeft het ene kindje dat met 30 weken geboren is weinig problemen en moet hij alleen een paar weken groeien en bloeien in een couveuse en heeft het andere kindje dat ook met 30 weken geboren is veel meer problemen. Wat zijn nu veel voorkomende problemen bij te vroeg geboren baby’s?
Bloedarmoede
Een prematuur geboren baby kan zelf nog niet genoeg rode bloedcellen aanmaken. Daarom kan er bij veel bloedprikken, door infecties of door zuurstoftekort een tekort aan rode bloedcellen ontstaan. Dit tekort betekent dat er sprake is van bloedarmoede. Vaak is dit op te lossen door extra ijzer aan het kindje te geven (soms tot de gecorrigeerde leeftijd van zes maanden), maar in sommige gevallen is een bloedtransfusie noodzakelijk.
Een bloedtransfusie bij een te vroeg geboren baby houdt veelal een wisseltransfusie in: al het bloed van het kindje wordt vervangen door nieuw bloed en hij krijgt daarbij extra rode bloedcellen. Zo’n transfusie neemt ongeveer vier uur in beslag en gaat via een infuus.
Geelzucht
Het is bij te vroeg geboren baby’s heel normaal als er na een dag of twee geelzucht optreedt. Het huidje zit er geel uit, eerst in het gezicht en daarna gaat de rest van het lijfje ook geel zien. Fototherapie in de couveuse is hierbij de oplossing. Het kindje komt een paar dagen lang onder een blauwe lamp te liggen en daarna zou de geelzucht weer moeten verdwijnen. Soms komt het terug en soms blijft het gedurende langere tijd, wat kan wijzen op grotere problemen, zoals een afsluiting van de galwegen of stofwisselingziekten.
Gevaar op infectie
Een pasgeboren baby heeft door een lage weerstand al een verhoogd risico op infecties, maar te vroeg geboren baby’s in het ziekenhuis lopen een nóg groter risico. Baby’s op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU), high of medium care hebben infuusjes en lange lijnen, waardoor infecties gemakkelijker het lijf binnenkomen. Ziekenhuizen hanteren daarom zeer strikte hygiëneregels, maar helaas zijn infecties vaak niet te voorkomen.
Een verhoogde hartslag, een groter aantal bradycardieën en een grauwe huidskleur kunnen bij een premature baby wijzen op een infectie, zoals sepsis of een hersenvliesontsteking. Vermoedens van infectie worden meteen behandeld met een breed spectrum aan antibiotica. Pas als duidelijk is om welke infectie het gaat, wordt er specifieke antibiotica gegeven. Een prematuur geboren baby heeft dus vroeg in zijn leven vaak al met verschillende antibiotica te maken gehad.
Onrijpe organen
Dat een baby onrijpe organen heeft, uit zich in het slecht verdragen van voeding, een slechte temperatuurregulatie, een onbetrouwbare ademhaling en slechte afweerfunctie. Onrijpe organen kunnen ingrijpende gevolgen hebben. Zo kunnen darmen die nog niet helemaal ontwikkeld zijn, flink ziek worden. Necrotiserende Enterocolitis (NEC) is een ernstige darmontsteking die wordt veroorzaakt door de onrijpheid van de darmen. Hoe eerder de baby geboren is, hoe groter de kans hierop. Ook speelt dysmaturiteit (een laag geboortegewicht) een rol in het ontstaan ervan.
Bij NEC kunnen delen van de darmen afsterven, soms is het slechts een klein stukje en soms is gaat het om de hele darm. Het probleem met NEC is dat het pas in een laat stadium ontdekt kan worden. Veelal is bloed in de ontlasting een van de eerste tekenen, maar is een pijnlijke, grijze buik dat ook. NEC is te behandelen met antibiotica, maar in ernstigere gevallen kan er een gaatje in de darmwand ontstaan wat levensgevaarlijk is. Een operatie is dan onvermijdelijk om dat stukje zieke darm te verwijderen.
Klaplong
Meestal krijgen te vroeg geboren baby’s een klaplong als zij een CPAP-ondersteuning nodig hebben. Hierbij wordt continu een bepaalde hoeveelheid lucht in de longen geblazen. Er ontstaan kleine scheurtjes in de blaasjes van de longen en dan lekt er mogelijk lucht in de ruimte om de longen heen. De longen klappen dan helemaal of deels dicht dat noemt men een klaplong.
Met een thoraxdrain wordt verkeerd geblazen lucht weggezogen. Na een paar dagen kan de drain er meestal weer uitgehaald worden.
Bradycardie
Een prematuur geboren kindje vergeet soms te ademhalen, maar soms is een tekort aan zuurstof in het hart (een apneu) de oorzaak van een bradycardie – ofwel het wegzakken van de hartslag. Vaak kan het kindje zichzelf herstellen, maar soms is daar hulp bij nodig. Een baby mag niet te lang zonder zuurstof zitten omdat dat slecht is voor de hersenen. Kinderen die vaak een bradycardie hebben, krijgen cafeïne als medicijn. Een bradycardie kan ook een symptoom zijn van een infectie of andere ziekte.
Problemen met het regelen van lichaamstemperatuur
Naast dat de couveuse een veilige, geborgen plek is voor te vroeg geboren kindjes, is het de belangrijkste bron van warmte. Baby’s die te vroeg ter wereld komen, kunnen hun temperatuur nog niet zelf reguleren en daarom is de warme couveuse de eerste paar weken hun warmtebron.
Broncho Pulmonale Dysplasie (BPD)
Een premature baby heeft vaak ademhalingsondersteuning nodig. Als gevolg daarvan, of als gevolg van infecties in de longen, kan er de chronische longziekte Bronco Pulmonale Dysplasie (BPD) ontstaan. Een baby die lang aan de beademing ligt, heeft een grotere kans hierop. Er zijn verschillende soorten BPD, waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen de ernst van de longziekte: klassieke BPD en nieuwe BPD. De klassieke variant houdt in dat de longen beschadigd zijn en dat er door de ademhalingsondersteuning littekenweefsel op is ontstaan. De klassieke vorm komt door de steeds innovatievere technieken minder voor, maar het gebeurt nog steeds dat baby’s blijvende schade aan de longen hebben.
Onderontwikkelde longen leiden tot nieuwe BPD. De longen zijn dan minder goed doorbloed en er zijn minder longblaasjes.
Artsen spreken van Broncho Pulmonale Dysplasie als een baby na de 36ste week (of vier weken voor de uitgerekende datum) nog steeds ademhalingsondersteuning nodig heeft. BPD kan met de loop van de jaren minder worden, maar vaak is er in de eerste jaren sprake van regelmatige verkoudheid, bronchitis en mogelijk astma. Een kindje met BPD is vatbaarder voor longinfecties, benauwdheidsproblemen en problemen met de voeding. Op latere leeftijd heeft hij mogelijk last van stof en rook.
ROP (prematurenretinopathie)
Kinderen die met een zwangerschapsduur van 30 weken of minder of een geboortegewicht van minder dan 1250 gram worden geboren, krijgen een ROP-screening om te controleren of hun netvlies is aangedaan. Ook kindjes die NEC hebben gehad, sepsis of behandeld zijn met corticosteroïden krijgen een screening. Bij ROP is de uitgroei van de bloedvaten verstoord en zijn er afwijkende bloedvaten die gedeeltelijk of helemaal los kunnen laten. Dit heeft blindheid tot gevolg. Wie op tijd behandeld wordt, heeft grote kans om niet blind te worden.
Bronnen: Kleine Kanjers, Stichting Prematurendag, Care4Neo
Door: Nationale Zorggids