Tot 50 jaar een IVF-behandeling krijgen, gaat veel vrouwen te ver. Dat blijkt uit een groot onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel onder 16.000 vrouwen. Het onderzoek is gedaan in het kader van het programma ‘Hoe Bevalt Nederland’ met Ria Bremer. Het is 35 jaar geleden dat de eerste IVF-baby in Nederland werd geboren.
Nu mag je tot je vijftigste als vrouw nog een IVF-behandeling laten doen om zwanger te worden. Slechts 12 procent vindt 50 een goede leeftijd om nog een kind te krijgen via reageerbuisbevruchting. Maar acht van de tien deelneemsters vinden dat te oud. Bijna de helft (47%) vindt dat 45 jaar de wettelijke grens zou moeten zijn en een derde (30%) wil liever een grens van 40 jaar. De vrouwen die zijn ondervraagd, willen zwanger worden, zijn nu zwanger, of hebben in de afgelopen 2 jaar een kind gekregen.
Embryoselectie (PGD) op aandoeningen, niet op uiterlijk
In 1983 werd de eerste IVF-baby in Nederland geboren. Inmiddels gaat het om meer dan 5.000 kinderen per jaar en heeft de vruchtbaarheidstechniek zich in hoog tempo ontwikkeld. Zo kunnen ongeboren baby’s in sommige ziekenhuizen in Nederland getest worden op 50 tot 90 ernstige erfelijke aandoeningen. Driekwart (75%) van de ondervraagde vrouwen vindt dit een goede ontwikkeling. Maar met dezelfde testen kunnen embryo’s ook geselecteerd worden op geslacht en uiterlijke kenmerken. Dit gaat de deelnemeemsters te ver: acht van de tien (80%) vinden uiterlijk geen reden om in te grijpen in de natuur.
Zwangeren willen niet te veel testen
De helft van de zwangere vrouwen uit het onderzoek (48%) doet nu zelf een prenatale test om erfelijke afwijkingen op te sporen tijdens de zwangerschap. Bij één op de drie (36%) gaat het om de NIP-test die standaard wordt aangeboden om drie syndromen, waaronder het syndroom van Down, te zoeken. Dit vinden de meeste vrouwen wel voldoende. Slechts 13 procent zegt geïnteresseerd te zijn in een uitgebreide genetische test die tientallen afwijkingen bij hun ongeboren baby kan zien.
Door: Redactie Nationale Zorggids