Zwangere vrouwen en jonge moeders hebben nog steeds veel last van discriminatie op het werk. Ze dienen hier echter zelden een klacht over in bij hun werkgever of vakbond. Ze menen dat 'dit toch niets uithaalt'. Slechts een op de zeven vrouwen maakte de afgelopen vier jaar een officiële melding, zo blijkt uit onderzoek van het College voor de Rechten van de Mens. Duizend vrouwen die zwanger waren tussen maart 2012 en maart 2016 reageerden op de enquête van TNS NIPO, een respons van 50 procent.
Opvallend is dat het aantal meldingen bij het college de afgelopen vijf jaar wel is toegenomen, van een gemiddelde van vijftien meldingen per jaar naar 44 per jaar. Dat komt vermoedelijk door campagnes van het college in 2013 en 2015, stelt het zelf. Uit het onderzoek blijkt verder dat nu bijna evenveel vrouwen (43 procent) last hebben van mogelijke discriminatie wegens zwangerschap of pril moederschap als in 2012 (45 procent).
Een op de tien vrouwen is door zwangerschap een promotie, salarisverhoging of opleiding misgelopen. Dat werd hun specifiek verteld door hun leidinggevende of werkgever. 11 procent werd tijdens een sollicitatieprocedure expliciet afgewezen vanwege zwangerschap, moederschap of kinderwens, aldus het College voor de Rechten van de Mens.
"Dit kan niet zo zijn'', aldus voorzitter Maurice Limmen van het CNV. "Uit het onderzoek blijkt dat van maar liefst twee derde van de zwangere vrouwen met een tijdelijk contract, het contract niet werd verlengd. Bijna de helft van deze groep vrouwen wijt dit aan haar zwangerschap. Dan kun je helaas niet anders concluderen: een flexcontract ondermijnt de bescherming van zwangere vrouwen." Zo'n flexbaan vergroot volgens de vakbond zelfs de kans op zwangerschapsdiscriminatie.
Discriminatie komt onder meer voor bij de sollicitatieprocedure, het sluiten of beëindigen van een arbeidscontract en het regelen van arbeidsvoorwaarden. Het College voor de Rechten van de Mens wil dat de overheid met een gericht actieplan tegen zwangerschapsdiscriminatie komt.
Door: ANP