De overlevingskans voor kinderen met trilateraal retinoblastoom, een zeldzame hersentumor, is in de laatste twintig jaar flink gestegen. In 1995 overleefde slechts vijf procent deze ziekte, nu ligt dat percentage rond 48 procent. Dit blijkt uit een analyse van arts-onderzoeker Marcus de Jong en collega's in het VUmc.
Retinoblastoom is een kwaadaardige tumor in het netvlies van het oog, die meestal ontdekt wordt vóór het vijfde levensjaar. De ziekte komt voor bij 1 op de 17.000 kinderen en jaarlijks zijn er in Nederland zo’n vijftien nieuwe patiënten. De kinderen worden allen doorverwezen naar het VU medisch centrum, dat het landelijke centrum is voor deze ziekte. Retinoblastoom wordt behandeld met een hoge dosis chemotherapie, gevolgd door toediening van gezonde eigen stamcellen.
Ongeveer vijf procent van deze kinderen met een erfelijke vorm van retinoblastoom ontwikkelt ook een hersentumor. Deze tumor zit meestal in de pijnappelklier midden in het hoofd, maar soms ook elders in het brein. Dit ziektebeeld wordt trilateraal retinoblastoom genoemd. De Jong analyseerde wetenschappelijke publicaties over trilateraal retinoblastoom. Hieruit blijkt dat de vijfjaarsoverleving sterk is gestegen na 1995, omdat rond die tijd de behandeling is veranderd van bestraling naar chemotherapie.
Het onderzoek verschijnt vandaag in het tijdschrift The Lancet Oncology.
© Nationale Zorggids