Zweedse onderzoekers hebben bloed- en ontlastingsmonsters van vijftien kinderen die op een normale manier waren geboren, vergeleken met monsters van negen kinderen die via een keizersnede geboren waren. Ze bestudeerden de monsters een week na de geboorte en herhaalden dit proces na één maand en vervolgens na drie, zes en 24 maanden. De kinderen uit een keizersnede hadden een significant minder gevarieerde darmflora op alle meetmomenten. Vooral het aantal soorten bacteriën dat koolhydraten afbreekt was lager. Verder bleken deze kinderen ook minder signaalstoffen in hun bloed te hebben die allergische reacties onderdrukken.

 

Uit eerder onderzoek was al gebleken dat kinderen die via een keizersnede geboren zijn een vijf keer hogere kans op allergieën hebben dan kinderen van wie de moeder een normale bevalling heeft. Dit heeft vermoedelijk te maken met de bacteriën waarmee het kindje tijdens de geboorte in aanraking komt. Verondersteld wordt dat de eerste maanden van het kinderleven cruciaal zijn in het opbouwen van het immuunsysteem. Het systeem maakt kennis met veel bacteriën en leert onderscheid te maken tussen schadelijke en onschadelijke soorten.

 

Voordat kinderen geboren worden, zijn hun darmen nog bacterievrij. Tijdens de bevalling krijgen ze bacteriën binnen uit de darmen en de vagina van de moeder. Deze bacteriën nestelen zich vervolgens in de darmen van de baby. Bij kinderen die via een keizersnede ter wereld komen, zijn het vooral huidbacteriën die zich in de darmen nestelen. Mogelijk wordt hierdoor hun immuunsysteem anders afgesteld en is het systeem minder goed in staat onderscheid te maken tussen schadelijke en onschadelijke micro-organismen waardoor allergieën en auto-immuunziekten kunnen ontstaan.

 

© Nationale Zorggids