DEN HAAG (Novum) - Bijstandsgerechtigden die een baby krijgen en zich genoodzaakt zien allerlei nieuwe spullen voor de familie-uitbreiding aan te schaffen, hoeven niet bij de overheid aan te kloppen voor een bijdrage. Ouders in verwachting kunnen de kosten zien aankomen en hebben genoeg tijd om geld opzij te zetten of een lening af te sluiten, oordeelt de Centrale Raad van Beroep in een uitspraak die donderdag is gepubliceerd.
Een stel in de bijstand met een baby in aantocht vond dat de sociale dienst moest bijspringen in de kosten voor de babyuitzet. De sociale dienst wees hun verzoek af, waarop de ouders naar de Centrale Raad van Beroep stapten. Die rekent de babyuitzet tot de 'incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan'. Onder die noemer vallen bijvoorbeeld ook de elektriciteitsrekening of de aanschaf van kleding. Deze kosten moeten met de uitkering worden betaald.
Van bijzondere omstandigheden was volgens de raad geen sprake. Daarom krijgen zij geen extra geld. De ouders, die al nul op het rekest van de gemeente en de rechtbank hadden gekregen, kunnen niet in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van sociaal bestuursrecht.