De Nederlandse Vereniging voor Autisme maakt zich zorgen over het grote aantal thuiszitters met autisme. Uit onderzoek van de NVA onder 15.000 deelnemers blijkt namelijk dat 16 procent van de kinderen en jongeren met autisme niet naar school gaat. De vereniging pleit voor acute maatregelen om het aantal thuiszitters met autisme terug te dringen. Thuiszitten is mentaal zeer zwaar voor kinderen en hun ouders. Dit meldt de NVA.
Ouders zeggen dat hun kind thuis is komen te zitten vanwege een niet-passende schoolomgeving, een te intensief schoolprogramma of door gebrek aan ondersteuning op school. Bijna 80 procent van de thuiszitters met autisme is tussen de 12 en 18 jaar oud, op middelbareschoolleeftijd dus.
Gestopt met werken
Volgens ouders hebben kinderen die thuiszitten het zwaar, maar het heeft ook een flinke impact op ouders, broertjes en zusjes. In ruim de helft van de gezinnen is minstens één ouder of verzorger minder gaan werken of zelfs helemaal gestopt. In de groep tot en met 12-jarigen is dat zelfs 90 procent. Zij ervaren dus ook overbelasting. “Iedereen loopt op z’n tenen en is moe”, aldus een ouder.
Meer aandacht voor passende ondersteuning
De Nederlandse Vereniging voor Autisme maakt zich zorgen over het grote aantal thuiszitters met autisme. Deze kinderen hebben passende ondersteuning nodig zodat zijn naar school kunnen blijven gaan. “Er moet met spoed meer aandacht en geld komen voor de ondersteuningsbehoeften van kinderen en jongeren met autisme in het onderwijs, ook bij de lerarenopleidingen”, aldus NVA-directeur Caroline Verkerk. Daarnaast wil de organisatie dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel leerrecht snel behandelt, zodat alle kinderen toegang hebben tot onderwijs op school of elders. De fysieke omgeving van de school toegankelijker maken helpt het aantal thuiszitters ook terug te dringen. Scholen kunnen hierbij denken aan stilte- en rustruimtes voor hun scholieren met autisme of andere prikkelverwerkingsproblemen.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky