De noodopvang voor kinderen van ouders in cruciale beroepen gaat de komende tijd door, dus ook op de dagen dat deze kinderen niet hun schooldag hebben. Ditzelfde geldt voor kinderen in een kwetsbare positie. Gemeenten, scholen en kinderopvang zorgen gezamenlijk voor voldoende noodopvangplekken. Ook in de avond, nacht en het weekend blijft noodopvang beschikbaar.
Minister Slob heeft op 3 april 2020 in een brief aan de Tweede Kamer toegelicht welke inzet is gepleegd om leerlingen in een kwetsbare positie een plek of extra ondersteuning te bieden. Zo wordt toegelicht welke initiatieven er zijn om alle kwetsbare kinderen in Nederland in beeld te krijgen, en zo nodig een plek op school of op een andere locatie te vinden voor deze kinderen. In de brief wordt ook nader ingegaan op de vele initiatieven rond de kwaliteit van het afstandsonderwijs.
School of opvanglocatie
Het uitgangspunt is om de noodopvang op de eigen school of opvanglocatie te organiseren, maar als dat nodig is, kunnen kinderen ook op een andere school of opvanglocatie worden opgevangen. Het is toegestaan om kinderen (van verschillende leeftijden) in groepjes op te vangen.
De opvang van jonge kinderen die nog niet naar school gaan, moet worden geboden door gekwalificeerde pedagogisch medewerkers en voor de oudere kinderen (tussen 4 en 12 jaar) door leerkrachten, onderwijsassistenten of pedagogisch medewerkers. Ook als de opvang op een kinderopvanglocatie plaatsvindt, blijft de eigen school nauw betrokken bij het lesprogramma (op afstand) van deze leerlingen.
Ruimte voor maatwerk
Met gemeenten en met scholen is afgesproken dat er begeleiding is voor alle kinderen in een kwetsbare positie. Er is ruimte voor maatwerk. Eerder is al globaal geschetst voor welke kinderen de sluiting van de scholen met name problematisch is: het gaat om kinderen voor wie vanwege bijzondere problematiek of moeilijke thuissituatie maatwerk nodig is.
Voorbeelden hiervan zijn kinderen voor wie het wegvallen van de structuur van school te veel vraagt, of voor wie de dagelijkse zorg en begeleiding te veel vraagt van ouders. Dit zijn kinderen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke beperking, chronische ziekte, psychische aandoening of gedragsproblematiek. Het gaat zeker ook om kinderen bij wie de spanningen thuis oplopen en die te maken hebben met huiselijk geweld, of problematiek van een van de ouders of verzorgers.
Door: Nationale Zorggids