Wie kind is van homoseksuele of lesbische ouders, ervaart niet meer psychische problemen dan een kind van hetero-ouders. Kinderen van biseksuele ouders daarentegen, hebben wel een minder goede mentale gezondheid. Ditzelfde geldt voor hun ouders, zo stelt een groep van Amerikaanse en Zweedse onderzoekers vast. Dat meldt NU.nl.
De wetenschappers lieten 21.000 kinderen tussen de vier en zeventien jaar een vragenlijst invullen, met daarop vragen over hun geestelijke gesteldheid. Hoewel kinderen van homostellen geen andere psychische problematiek hebben dan kinderen van heterostellen, merkten ze wel verschillen bij kinderen van biseksuele ouders. Maar wanneer de onderzoekers ook rekening hielden met de geestelijke gezondheid van deze ouders, bleken de verschillen te verdwijnen.
“Er komen steeds meer gezinnen waarin de ouders niet heteroseksueel zijn. De bevindingen uit dit onderzoek bevestigen resultaten uit eerdere studies waaruit blijkt dat de geestelijke gezondheid van kinderen uit deze gezinnen niet verschilt van die van kinderen uit heterogezinnen”, zegt hoofdonderzoeker Jerel Calzo. Wel benadrukt hij het belang van aandacht voor discriminatie onder deze gezinnen, want dat maatschappelijke probleem blijft aanhouden.
Door: Redactie Nationale Zorggids