Normal_jeugdzorg__kind__peuter__kleuter

Nederlandse rechters treden steeds vaker streng op als ouders het niet eens kunnen worden over de omgangsregeling voor hun kind. Hierdoor krijgt het kind een meer centrale rol en wordt er meer hulp geboden vanuit de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdbescherming. Het gebeurt regelmatig dat één van de ouders niet meewerkt aan het delen van de voogdij, waardoor het kind bij de andere ouder wordt weggehouden. Rechters moeten dan uiteindelijk de knoop doorhakken over wie de voogdij krijgt en waar het kind het meeste tijd zal doorbrengen. Dit meldt Volkskrant.

Het welzijn van het kind én de ouder komt regelmatig in het geding wanneer ouders niet in staat zijn een ouderschapsplan op te stellen, of zich daaraan te houden. Kinderen zien één van hun ouders weinig of niet, wat een negatief effect kan hebben op alle betrokkenen. De Raad voor de Kinderbescherming wordt in 15 procent van de echtscheidingen ingeroepen om de rechter te adviseren over de beste keuze voor het kind.

Toch is dit volgens hoogleraar familie- en jeugdrecht Paul Vlaardingerbroek van de Universiteit Tilburg niet voldoende. Ieder jaar verliezen nog 2.000 ouders het contact met hun kind. Hij stelt dat rechters nog strenger zouden kunnen zijn tegen de ouder die niet meewerkt. Zo is er al meer aandacht voor de rol van vaders, maar zijn er nog grote stappen te zetten. De kwaliteit van de ingeroepen hulpinstanties zou daarbij van invloed zijn. “Of deze in staat is de onwillige ouder duidelijk te maken dat de omgangsregeling moet worden nageleefd”, zegt Vlaardingerbroek als voorbeeld. Het ministerie van Veiligheid en Justitie werkt met verschillende proefprojecten om te zien welke methode het beste werkt om het kind in vechtscheidingen te beschermen.

Door: Redactie Nationale Zorggids