In het Jaarbeeld 2016 Landelijk Toezicht Jeugd geven de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie een beeld van hun gezamenlijk toezicht. De inspecties signaleren positieve ontwikkelingen, maar onderkennen ook knelpunten en kwetsbaarheden die om aandacht vragen. Dat melden de inspecties.
De in 2015 ingezette transformatie van het jeugddomein is nog in volle gang. Gemeenten en organisaties voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering groeien in hun nieuwe rol. Tegelijkertijd verandert het landschap van jeugdhulpaanbieders: grootschalige aanbieders en traditionele vormen van hulp maken plaats voor nieuwe aanbieders en andere, vaak meer kleinschalige, hulpvormen. Naast de vernieuwing die dit met zich meebrengt, zien de inspecties ook knelpunten en kwetsbaarheden die nadere aandacht vragen.
Zo vindt de toeleiding naar en uitvoering van hulp steeds meer plaats via wijkteams en lokale netwerken. Professionals met verschillende achtergronden werken daarin samen. Dit bevordert aan de ene kant een deskundige afweging van de in te zetten hulp. Aan de andere kant is soms moeilijk te achterhalen wie verantwoordelijk is voor de gemaakte keuzes en de gevolgen daarvan in de gaten houdt.
De verschuiving van grootschalige naar meer kleinschaliger voorzieningen (zoals een gezinshuis) maakt het aan de ene kant mogelijk om meer jongeren een gezinsomgeving te bieden. Aan de andere kant moeten gemeenten en instellingen erop letten dat de problematiek van de jongeren die zij in een kleinschalige voorziening plaatsen de draagkracht van de professionals aldaar niet te boven gaat.
In 2016 voerden de inspecties toezicht uit bij verschillende typen jeugdhulpaanbieders. Uit de onderzoeken blijkt dat de getoetste aanbieders erin slagen om jongeren passende hulp te bieden. Verder blijkt het leefklimaat bij vrijwel alle aanbieders voldoende en zorgen professionals ervoor dat acuut onveilige situaties voor jongeren worden opgeheven. Dat neemt niet weg dat er ook verbeteringen noodzakelijk zijn omdat sommige instellingen onvoldoende scoren op belangrijke verwachtingen uit het toetsingskader. Zo beperken professionals de veiligheidsrisico’s voor kinderen soms in onvoldoende mate of houden zij niet altijd goed zicht op de veiligheid van kinderen.
Door: Redactie Nationale Zorggids
De dominante professioneeltjes van de wijkteams moeten eerst eens psychisch aan zich zelf gaan werken en niet meer aan ons zitten want dat is echt smerig de inspectie drinkt gewoon koffie met ze.t.