Ouders kunnen niet altijd voorkomen dat hun kroost kieskeurig wordt wat betreft eten. Onderzoekers van University College London hebben aangetoond dat in de genen voor een deel bepaald ligt of kinderen nieuw voedsel willen proberen. Kieskeurigheid wordt door zowel genen als opvoeding bepaald, zo stellen de onderzoekers. Dit meldt NU.nl.
Voor het onderzoek werd de data van bijna 2.000 tweelingen van zestien maanden oud geanalyseerd. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen kieskeurigheid, waarbij het kind weinig soorten voedsel wil eten, en voedselneofobie, waarbij het kind weigert onbekende soorten voedsel te eten. Er werd gebruik gemaakt van 'kwantitatieve genetische modellering' voor het analyseren van de data.
Kieskeurigheid wordt volgens de onderzoekers even sterk beïnvloed door omgeving als genen. Echter blijkt voedselneofobie voornamelijk door genen bepaald te worden, en heeft het in mindere mate met opvoeding en omgeving te maken. Ouders zijn dus niet geheel verantwoordelijk voor het eetgedrag van hun kinderen.
“Het besef dat deze eigenschap aangeboren is, kan het schuldgevoel helpen verminderen”, zegt onderzoeksleider Andrea Smith. Echter kunnen ouders wel werken aan het veranderen van eetgedrag door middel van goede opvoeding.
Door: Redactie Nationale Zorggids