De wetenschappers volgden 5.000 Rotterdamse kinderen vanaf de zwangerschap tot en met hun zesde levensjaar. Zij concluderen dat bijziende kinderen gemiddeld 45 minuten per dag achter een computer zaten, niet-bijziende kinderen zaten er gemiddeld 33 minuten per dag. Daarnaast speelden bijziende kinderen een uur en achttien minuten per dag buiten tegenover een uur en 58 minuten die niet-bijziende kinderen buiten doorbrachten.

Van de 5.000 onderzochte kinderen is op dit moment tweeënhalf procent (125 kinderen) bijziend. De onderzoekers denken dat de helft van alle onderzochte kinderen bijziend is als ze twintig geweest zijn. “Die verwachting baseren we op onderzoek uit het buitenland”, zegt onderzoeker Roelof Polling. “De ogen van kinderen blijven doorgroeien. En als kind eenmaal bijziend is, blijven de ogen doorgroeien in die verkeerde vorm. En zo krijgen die kinderen dus heel slechte ogen als ze ouder zijn.”

Volgens de onderzoekers is het aantal bijziende kinderen in veertig jaar verdubbeld, omdat er nu nauwelijks bijziende ouderen zijn die bijziend zijn. Dat komt doordat de levensstijl van kinderen is veranderd. Computers en tablets zijn de boosdoeners, aldus de onderzoekers. Polling: “Ogen stellen zich scherp op een punt, je ziet dan ook wazige randen eromheen. Na een halfuur verandert dat. Dan gaat je oog ook proberen scherp te stellen op die wazige randen. Het effect is dat je juist minder goed gaat scherpstellen en waziger gaat zien.”

De uitkomst van de onderzoekers van het Erasmus MC is geen verrassing. Uit een recent onderzoek van de Universiteit van Sydney blijkt te weinig daglicht de oorzaak van bijziendheid bij kinderen te zijn. Twee jaar geleden trokken wetenschappers van de Bristol University een soortgelijke conclusie.

© Nationale Zorggids