Met de Nationale Voorleesdagen van 25 januari tot en met 4 februari wordt voorlezen extra gestimuleerd, ook aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis. Voorlezen is ontzettend belangrijk en hoort bij de alledaagse bezigheden, vindt linguïst en logopediste Joukje Henstra van Kentalis, een landelijke organisatie die zich onder andere inzet voor kinderen met TOS. Deze kinderen hebben moeite met praten of het begrijpen van taal.
Van ADHD en autisme hebben veel mensen wel gehoord, maar een taalontwikkelingsstoornis? Die term is nog vrij onbekend, concluderen onderzoekers. Kentalis grijpt de Nationale Voorleesdagen aan om met een eigen prentenboek extra aandacht te vragen voor kinderen met TOS.
Onzichtbare beperking
“Er is nog steeds te weinig aandacht voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis." Joukje Henstra steekt haar zorgen niet onder stoelen of banken. “Onlangs sprak ik met ouders van wie het zoontje van vijf jaar op de basisschool vastloopt vanwege taalbegripsproblemen en nooit hulp heeft gehad. Dat mag op die leeftijd niet voorkomen.”
Een taalontwikkelingsstoornis is onzichtbaar en daarom vaak lastig te herkennen. Volgens Henstra is het belangrijk om op jonge leeftijd te letten op signalen die duiden op de beperking. Bijvoorbeeld als een kind niet op woorden kan komen, slecht verstaanbaar is of wanneer de taalontwikkeling onvoldoende op gang komt.
Het is van belang dat ouders op tijd aan de bel trekken, vindt Henstra, die zelf werkt met kinderen tot vier jaar. “Als een kind twee jaar oud is en frustraties laat zien omdat het meer wil zeggen dan hij of zij kan, dan klopt er waarschijnlijk iets niet. Dan gaan ouders over het algemeen naar het consultatiebureau. Tot zevenjarige leeftijd is het makkelijk om taal te ontwikkelen, maar als deze ontwikkeling toch niet vanzelf gaat en de ouders wachten tot het kind op de basisschool zit, is het eigenlijk al te laat. Er kunnen dan problemen ontstaan op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling of het gedrag. Kinderen kunnen zich gaan terugtrekken of juist boos worden. Kortom, het is belangrijk om er vroeg bij te zijn.”
Frustratie, onbegrip en minder vriendschappen
Een taalontwikkelingsprobleem lost in veel gevallen niet vanzelf op. Uit een langjarig onderzoekt blijkt dat TOS op vijfjarige leeftijd in bijna driekwart van de gevallen hardnekkig is. Dit heeft mogelijk invloed op de eigen ontwikkeling en welbevinden, de schoolloopbaan en carrière. Miscommunicatie kan leiden tot frustratie, onbegrip, minder vriendschappen en vaker gepest worden.
Henstra vindt dat de voorlichting over taalontwikkelingsstoornis beter moet. “Ik denk dat er nog heel veel verwijzers zijn die de ontwikkelingen bij het kind willen afwachten. Ook ouders vinden de stap naar hulp voor hun zoon of dochter vaak te groot, maar ik denk dat de stap op vierjarige leeftijd naar speciaal onderwijs groter is.”
Kentalis biedt behandeling voor jonge kinderen en hun ouders. Het kind ontwikkelt spelenderwijs zijn spraak en taal. Er wordt op de Vroegbehandelingsgroepen van Kentalis veel gewerkt met liedjes en ondersteunende gebaren. Om taal te kunnen ontwikkelen hebben kinderen met een TOS ook meer herhaling nodig van woorden en zinnen in vergelijking met kinderen die een normale taalontwikkeling doormaken. Bovendien leert het kind op de vroegbehandelingsgroepen beter omgaan met anderen en zijn gevoelens te uiten. Ouders krijgen handvatten hoe ze met hun kind beter kunnen communiceren en hoe ze hun kind kunnen helpen bij het leren begrijpen en spreken.
Voorleesdagen
De Nationale Voorleesdagen bestaat sinds 2004 en is een initiatief van Stichting Lezen. Bekende Nederlanders, onder wie politici Martin van Rijn en Ronald Plasterk, gaven op 25 januari het startsein tijdens het Nationale Voorleesontbijt 2017. Doel van deze campagne is het stimuleren van voorlezen aan kinderen in de leeftijd van zes maanden tot en met zes jaar die zelf nog niet kunnen lezen.
Henstra: “Deze dagen zijn ontzettend belangrijk, want het benadrukt hoe belangrijk het is om voor te lezen. Bij Kentalis Vroegbehandeling lezen we veel voor en dat passen we per kind aan. De één kan lange zinnen aan, de ander nog niet. Het is van belang dat kinderen het verhaaltje zien, zodat taal betekenis krijgt. Er wordt gauw aan voorbij gegaan hoe belangrijk voorlezen is. Het hoort bij de alledaagse bezigheden. Het is niet alleen een verhaaltje voorlezen voor het slapen gaan, je kunt het ook interactief maken door kinderen bij het verhaal te betrekken. Met voorlezen kan je een verhaal vertellen dat het kind ook daadwerkelijk ziet. Je stimuleert daarmee verschillende facetten van de taal; communicatieve voorwaarden, het taalbegrip, de woordenschat en de zinsontwikkeling.”
Het prentenboek ‘Help! Weet jij het woord?’ van Kentalis is speciaal ontwikkeld voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis. In dit boek zijn volgens Henstra de plaatjes aantrekkelijk en de zinnen in het boek zijn goed afgestemd op de doelgroep. “In dit boek worden woorden vaak herhaald, dan onthoudt het kind ze beter.”
Vanwege de omvang van de logopedische zorg – meer dan de helft van de logopedisten werkt met kinderen – is meer wetenschappelijk onderzoek naar de stoornis van belang. “Na twintig jaar werkzaam als logopediste heb ik nog steeds behoefte aan nieuwe informatie over TOS”, aldus Henstra.
© Nationale Zorggids / Frank Molema
Geachte Voor kinderen met een CI heb ik i s m het LUMC een muziekprogramma gemaakt. Maar zeker ook geschikt voor de TOS kinderen. Door middel van eenvoudige liedjes en opdrachten geven we in het lesboek veel aandacht voor spraak. Ook is er het lesboek Cijfers W(o)orden Noten kinderen leren ritme spelen in combinatie met spraak.kijk op www.hetcirclespel.nl