Uit nieuw Tranzo-onderzoek onder 670 leidinggevenden in alle Nederlandse sectoren blijkt dat een meerderheid (64 procent) terughoudend staat tegenover het aannemen van sollicitanten met psychische gezondheidsproblemen. Daarnaast zou één op de drie leidinggevenden een werknemer die ooit psychische problemen heeft gehad niet snel aannemen, ook als die problemen niet meer spelen. Dit meldt Tilburg University.
In het onderzoek stonden de kennis, houding en ervaringen centraal van leidinggevenden ten aanzien van werknemers die bijvoorbeeld depressie, burnout, angst en stress hebben gehad. De conclusies hebben grote gevolgen voor de sociale inclusie in Nederland, te meer daar – blijkt onder andere uit eerder Tilburgs onderzoek ̶ 75 procent van de werknemers er voor kiest om open te zijn over psychische gezondheidsproblemen op het werk.
Verleden van klachten
Het gros van de representatieve groep leidinggevenden in alle Nederlandse sectoren heeft bedenkingen bij het in dienst nemen van een sollicitant met psychische problemen. En dat terwijl slechts 7 procent van de managers negatieve en 52 procent positieve ervaringen heeft met dergelijke werknemers. Ook een verleden van psychische problemen blijkt tot terughoudendheid te leiden. Het stigma blijft dus aan sollicitanten kleven, wat kan leiden tot arbeidsdiscriminatie.
91 procent van de managers heeft zorgen over (het aannemen van) werknemers met psychische problemen. Zo weten ze niet hoe ze de werknemer moeten helpen, hoe ze met de werknemer moeten omgaan en vragen zij zich af wat de mogelijke negatieve invloed is op de werksfeer. Toekomstige interventies en scholing moeten de zorgen wegnemen, aldus Tranzo. Want stigma in de werkomgeving is een probleem met betrekking tot sociale inclusie. Daarom zijn er ook interventies nodig om vooroordelen te verminderen en de kennis van leidinggevenden in deze te verbeteren om werknemers met psychische klachten te ondersteunen in plaats van uit te sluiten.
Door: Nationale Zorggids