Wie seksueel geweld heeft meegemaakt, durft daar vaak niet over te praten. Mensen zijn bang niet geloofd te worden, vragen zich af of ze het er zelf naar hebben gemaakt of begrijpen niet waarom hun lichaam zo bevroor. Zo komt zeventig procent van de mensen bij ongewenste seks in een ‘freeze’ terecht: zij bevriezen letterlijk van angst. Over die ‘freezereactie’ voelen zij zich vaak schuldig. Dit komt doordat mensen het niet van zichzelf verwachten, terwijl het juist een natuurlijke reactie van het lichaam is. Hulp vragen helpt om met die ingrijpende seksuele ervaring om te kunnen gaan.

Grote kans op PTSS

In de eerste zeven dagen zijn er op medisch, psychologisch en forensisch gebied belangrijke mogelijkheden. Zoals het voorkomen van een zwangerschap, seksueel overdraagbare aandoening of hiv. Of psychische hulp om de kans op een posttraumatische stressstoornis (PTSS) te verkleinen. Dat is belangrijk, want uit onderzoek blijkt dat 47 procent van de mensen die verkracht zijn drie maanden later PTTS heeft. In de eerste paar dagen kun je ook dna-sporen van de pleger nog veilig laten stellen. Aangifte doen bij de politie helpt bij de bewijsvoering.

Wat kan mij helpen

Met de campagne ‘Wat kan mij helpen’ wil het ministerie van Justitie en Veiligheid mensen die tegen hun wil seks met een bekende hebben gehad, motiveren om zo snel mogelijk professionele hulp te zoeken. De campagne is onder meer zichtbaar op billboards, in uitgaansgelegenheden, op scholen en online. Op de campagnesite kunnen mensen die een ongewenste, ingrijpende seksuele ervaring hebben gehad, bekijken wat anderen hebben meegemaakt. Wat hun gevoelens en twijfels waren, waarom zij professionele hulp hebben gezocht en wat dat hen heeft opgeleverd. De campagne is een samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid, Centrum Seksueel Geweld, Rutgers, Slachtofferhulp Nederland en de politie. 

Door: Nationale Zorggids