GGZ Drenthe gaat een behandelprogramma opzetten voor brandstichters; mensen die een ongezonde fascinatie hebben voor vuur. Dit doet de ggz-instelling naar aanleiding van Lydia Dalhuisen, promovenda aan de Universiteit van Utrecht. Zij deed onderzoek naar brandstichting in de Forensische Psychiatrische Kliniek van GGZ Drenthe. Brandstichting is één van de meest voorkomende redenen waarvoor iemand tbs opgelegd krijgt. Dat meldt het Dagblad van het Noorden.
“Pyromanie komt erg weinig voor. Tussen de zevenhonderd brandstichters die ik heb onderzocht zaten slechts vier pyromanen. De criteria van de diagnose ‘pyromanie’ zijn erg streng. Als een brandstichter voorafgaand aan zijn daad alcohol heeft gedronken, dan is pyromanie al niet meer van toepassing”,vertelt Dalhuisen die zes type brandstichters heeft vastgelegd.
Allereerst is er de groep vandalen, veelal jongens en mannen die zich vervelen. Zij kampen normaal gesproken niet meer psychische stoornissen en krijgen daarom geen tbs opgelegd. 'Gestoorde brandstichters' komen veel voor in politiedossiers. Zij verkeren vaak in psychische nood en stichten daarom brand, bijvoorbeeld in hun woonkamer. Of ze zetten de gaskraam open, zoals dat onlangs gebeurde in Veendam.
Ook is er een groep die brand stichten omdat zij ergens boos of ontevreden over zijn. De vijfde groep wordt opportunisten genoemd. Dit zijn bijvoorbeeld criminelen die hun vluchtauto in de brand zetten. De laatste groep is de groep pyromanen. Een kleine groep mensen die een zeer ongezonde interesse hebben in vuur. Dalhuisen wil er met haar promotieonderzoek voor zorgen dat daders van brandstichting beter opgespoord en behandeld kunnen worden. Hiermee gaat GGZ Drenthe nu aan de slag.
“Gek genoeg zijn er tot nu toe geen speciale behandelingen voor brandstichters. In forensische psychiatrische klinieken ondergaan ze een soortgelijke behandeling als mensen die bijvoorbeeld een seksueel delict hebben gepleegd.”
Door: Redactie Nationale Zorggids
