Normal_images

Door met jongeren indringende gesprekken te voeren kunnen problemen door het gebruik van cannabis voorkomen worden. Die gesprekken moeten dan wel gevoerd worden door preventiemedewerkers die getraind zijn in technieken als motivational interviewing en self monitoring. Dat is gebleken uit onderzoek van promovendus dr. Hans Dupont. Dit meldt Maastricht UMC+. 

Dupont is manager Verslavingspreventie bij GGZ-instelling Mondriaan, en onderzoeker en docent aan het opleidingsinstituut Caphri, onderdeel van het Maastricht UMC+. Vanuit zijn ervaring in de verslavingszorg en -preventie stelde hij vast dat er in Nederland geen geschikte en effectieve interventies bestonden voor adolescenten die cannabis gebruiken en verslavingsgevoelig zijn. In Zuid-Limburg werd daarom binnen zijn team een nieuwe methode ontwikkeld, Moti-4 genaamd, waarbij Moti staat voor ‘motivatie’ en het cijfer 4 voor ‘vier gesprekken’. Met die methode worden jongeren uitgedaagd om in vier gesprekken op een andere manier naar hun cannabisgebruik te kijken. Dat blijkt te werken, want jongeren die Moti-4 hebben doorlopen, gaan minder vaak en ook minder grote hoeveelheden blowen. Gemiddeld halveren jongeren die aan Moti-4 hebben deelgenomen, hun cannabisgebruik.

Essentieel is dat jongeren aan het denken worden gezet over hun cannabisgebruik, zonder dat daarbij een waarschuwend vingertje wordt geheven. Dat gebeurt onder meer door middel van technieken als motivational interviewing en self monitoring. Het uiteindelijke doel is om tot gedragsverandering te komen. De doelgroep bestaat uit 14- tot 23-jarigen. In de jongste categorie is het doel doorgaans om het experimenteren met cannabis uit te stellen tot het achttiende levensjaar. Gemiddeld beginnen jongeren rond hun veertiende, vijftiende levensjaar te experimenteren met alcohol en cannabis. Van alle middelbare-schoolleerlingen gebruikt ongeveer 10 procent een cannabisproduct (meestal wiet).

Moti-4 wordt momenteel landelijk uitgerold als standaard-interventietool om cannabisverslaving te voorkomen dan wel om te voorkomen dat cannabisgebruik tot problemen leidt. Daartoe zijn door het hele land preventiemedewerkers getraind in het hanteren van Moti-4. 

Moti-4 kan ook worden ingezet bij andere vormen van verslaving, zoals alcoholverslaving en het verslaafd zijn aan gamen, hetgeen bij jongeren steeds vaker voorkomt. Voor die vormen van verslaving is de interventietool enigszins aangepast. Met rookverslaving is tot op heden nog geen ervaring opgedaan. Moti-4 wordt – in aangepaste vorm – ook ingezet voor verslavingspreventie bij licht verstandelijk gehandicapten.

©Nationale Zorggids