Mensen met een psychische aandoening in de familie vragen zich vaak af hoe groot de kans is dat deze aandoening wordt doorgegeven aan de kinderen. Sommige psychische aandoeningen zoals autisme, schizofrenie of depressie lijken in sommige families vaker voor te komen dan andere. Toch is de kans op erfelijkheid statistisch niet zo groot. Het Erfocentrum heeft in samenwerking met Fonds Psychische Gezondheid informatiebladen ontwikkeld over de erfelijkheid van psychische aandoeningen. Dit meldt GGZ Nieuws.
Als een van de ouders bijvoorbeeld een bipolaire (manisch-depressieve) stoornis heeft, is de kans dat zijn of haar kind dit ook krijgt tien procent. Bij schizofrenie is de kans op erfelijkheid zes tot dertien procent. Wanneer een van de ouders een stoornis in het autismespectrum heeft dan is er vijftien tot twintig procent kans dat zijn of haar kind deze aandoening ook heeft. Naast erfelijkheid kunnen ook opvoeding, karakter en ervaringen een rol spelen bij het ontwikkelen van psychische aandoeningen.
© Nationale Zorggids
