Allochtonen hebben relatief vaker last van burn-out dan autochtonen, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral de eerste generatie allochtonen loopt een verhoogd risico om op het werk klachten te ontwikkelen, die samenhangen met een burn-out. Dat meldt de Volkskrant.
Uit de cijfers komt naar voren dat gemiddeld één op de acht werknemers in Nederland in 2013 last had van klachten die te maken hebben met burn-out. Burn-out is een psychologische term voor 'opgebrand' raken. Iemand met een burn-out ervaart een plotseling gebrek aan energie, waardoor zelfs de simpelste taken onuitvoerbaar worden. Burn-out kan ontstaan na een langdurige periode van blootstelling aan stress.
Bedrijfsarts Rob Hoedeman van ArboNed bevestigt het beeld dat burn-out vaker voorkomt bij allochtonen. 'Aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt het werk zwaarder. Er is meer druk en allochtonen worden het zwaarst belast. Bovendien zijn er cultuurbarrières; tijdens een crisis heb je elkaar als werknemers hard nodig en als er dan wrijving ontstaat, werkt dat averechts', legt Hoedeman uit. Hij werkt dagelijks met mensen die door psychische klachten uit de roulatie zijn.
Volgens Hoedeman zouden leidinggevenden alerter moeten zijn op op frequent verzuim onder hun werknemers en eerder een gesprek kunnen aangaan. Als klachten van een burn-out te lang door sluimeren, duurt de uiteindelijke re-integratie van een werknemer veel langer. Dat kost de werkgever geld en is voor de persoon in kwestie ook nadelig.
© Nationale Zorggids