Onderzoeker Peggy van de Pol volgde drie jaar lang 600 jongvolwassenen van 18 tot 30 jaar die minstens drie keer per week blowden. Het onderzoek ging om het onderscheid tussen gebruikers die wel of niet verslaafd waren, raakten en bleven. Hoewel een kwart van de volwassenen ooit wel eens cannabis heeft geprobeerd, gaat de meerderheid er niet mee door. Degenen die blijven blowen hebben een verhoogde kans om verslaafd te raken. Toch is meer dan de helft van de dagelijkse gebruikers niet verslaafd. In de preventie en behandeling van cannabisverslaving is het van belang om te achterhalen waarom niet alle blowers verslaafd raken.

Mensen met een cannabisverslaving hebben vaker last van depressie en angst dan niet verslaafde gebruikers. Uit het onderzoek wordt niet duidelijk of dit oorzaak of gevolg van de verslaving is.
In Nederland zijn ongeveer 30 duizend cannabisverslaafden. Ondanks een snel stijgend aantal hulpzoekers zoekt twee derde van hen geen professionele hulp. Het onderzoek laat zien dat de verslaving in veel gevallen voorbij gaat zonder hulp. Ook blijken verslaafde gebruikers die geen hulp zochten beter te functioneren dan cannabisverslaafde cliënten in de verslavingszorg. Deze resultaten zetten vraagtekens bij de vaak genoemde behoefte aan meer professionele verslavingszorg voor cannabisverslaafden die op dit moment nog geen hulp zoeken, aldus het Trimbos.

De steeds sterker wordende cannabis wordt vaak genoemd als oorzaak voor de toenemende hulpvraag. De onderzoekers ontdekten echter dat dit niet de reden is voor het toenemende aantal problematisch verslaafden. Gerichte preventie met aandacht voor de aanwezigheid van psychische problemen lijkt een betere strategie om escalatie van problemen en chronische verslaving te voorkomen.

© Nationale Zorggids