Dwangmaatregelen, ofwel vrijheidsbeperkende maatregelen, in de gehandicaptenzorg komen regelmatig voor. Niet alleen als er sprake is van noodzaak. Het gaat echter niet altijd om zware opleggingen, maar ook om kleinere dagelijkse beperkingen opgelegd door het personeel, zonder dat deze het doorheeft. Dit meldt NPO Radio 1.
Onder vrijheidsbeperking verstaat men onder meer opsluiting of fixatie (vasthouden, neerdrukken, vastbinden of vastzetten), maar ook personeel dat bepaalt wat iemand eet, hoe vaak iemand eet of wat iemand overdag mag doen, of juist niet.
Dergelijke maatregelen zijn niet zomaar toegestaan, zo staat in de wet. “Wanneer iemand dingen doet waarbij hij zijn omgeving in gevaar brengt mogen vrijheidsbeperkingen worden toegepast, anders in principe niet”, zegt Dorien Kloosterman van KansPlus, belangenvereniging voor mensen met een verstandelijke beperking.
Het is voor de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) lastig om toezicht hierop toezicht te houden, met name bij kleinere zorgaanbieders. Het kan zijn dat zij eerder geneigd zijn om meer vrijheidsbeperkingen toe te passen om eventuele problemen voor te zijn. De inspectie heeft onvoldoende mankracht om op alles en iedereen toezicht te houden. Daarom beperkt het zich tot instellingen waar risico’s zichtbaar zijn.
Aanbieders in de gehandicaptenzorg hebben de afgelopen jaren verschillende verbeteringen doorgevoerd, laat Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) desgevraagd weten. Zo werken ze minder vaak met onrustbanden en is er flink aan de weg getimmerd bij de afbouw van psychofarmaca. Het grootste probleem in de gehandicaptenzorg is het tekort aan personeel. De organisaties het aantal vrijheidsbeperkingen te verminderen, maar heeft daar door de tekorten niet altijd de middelen voor.
Door: Nationale Zorggids