Drie jaar sinds de start van de Participatiewet zijn er maar 735 beschutte werkplekken gerealiseerd voor mensen met een arbeidsbeperking. De afspraak was dat dit aantal op 50.000 had moeten liggen, om zoveel mensen aan het werk te krijgen. Dit is volgens kabinet Rutte III de beste manier om mensen in een kwetsbare positie een betere toekomst te bieden. Echter lijkt er in de praktijk niet veel van terecht te komen. Dit meldt Trouw.
Het UWV maakte de cijfers bekend en die liegen er niet om. Het is gemeenten niet gelukt om zich aan de afspraken te houden, waardoor veel mensen met een arbeidsbeperking thuis op de bank blijven zitten. De gemeente is sinds 2017 wettelijk verplicht om voor beschut werk te zorgen, zodat iedereen de kans krijgt om via een aangepaste functie of omgeving te gaan werken. Dit zou ook financieel in het voordeel van de arbeidsbeperkte zijn.
Het doel van 50.000 beschutte werkplekken zou rustig opgebouwd worden, zodat alle betrokken partijen konden wennen aan de nieuwe taken. In 2015 moesten 1.600 beschutte werkplekken beschikbaar komen en in 2016 3.200. Dat doel werd bij lange na niet gehaald met slechts 115 plekken in 2016, en werd daarom verlaagd. In september 2017 werden slechts 735 beschutte werkplekken geteld, hoewel dat er al 2.600 hadden moeten zijn.
Het is niet helemaal duidelijk waarom het gemeenten niet lukt om de doelen te halen. Iemand met een arbeidsbeperking kost de gemeente gemiddeld 32.000 euro, maar levert 31.500 euro op. Deze groep mensen kan dus bijna volledig kostenneutraal aan het werk. Toch kiezen de meeste gemeenten er voor om beschutte werkplekken aan te bieden via de sociale werkplaats, waar vanaf 2015 geen nieuwe instroom meer mag zijn. Door nieuwe beschutte werkplekken te creëren, werken de mensen met een beperking daar tegen een slechtere cao en vallen zij met veel vergoedingen buiten de boot.
Door: Redactie Nationale Zorggids