Mensen in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw'ers) blijken in de praktijk nergens terecht te kunnen met klachten. Zij dreigen tussen wal en schip te vallen omdat betrokken instanties naar elkaar wijzen. Dat concludeert de waarnemend Nationale Ombudsman Frank van Dooren in een rapport.
De Nationale Ombudsman ontving klachten van Wsw'ers, die bij problemen op het werk nergens gehoor kunnen vinden. Hij wil dat gemeenten hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Omdat gemeenten steeds meer gemeenschappelijke taken en bevoegdheden uitbesteden aan regelingen en bedrijven in de Sociale Werkvoorziening (SW), dreigen Wsw'ers steeds verder uit beeld te verdwijnen bij gemeenten. Volgens de waarnemend Ombudsman richten gemeenten zich te veel op financiën en staan ze te ver af van de Wsw'ers en hun belangen. Van Dooren: 'Wsw'ers mogen niet met hun klachten van het kastje naar de muur gestuurd worden.'
In Nederland hebben ongeveer 120.000 mensen een indicatie voor de Wsw vanwege een arbeidsbeperking. De overheid vindt het belangrijk dat er ook voor hen kansen zijn op de arbeidsmarkt. Hiervoor zijn de Wet sociale werkvoorziening en de Participatiewet in het leven geroepen, die in januari 2015 van kracht worden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wetten, maar in de praktijk wordt de uitvoering vaak ondergebracht bij een gemeenschappelijke regeling. Die besteedt het op haar beurt weer uit aan een van de 90 bedrijven in de Sociale Werkvoorziening.
Van Dooren noemt dit een zorgelijke ontwikkeling. Steeds meer overheidstaken worden in het kader van decentralisatie ondergebracht bij gemeenten, dichter bij de mensen. In praktijk leidt het steeds verder uitbesteden van taken echter tot het tegenovergestelde: de afstand tussen burger en overheid wordt groter. Bij problemen dreigt de burger tussen wal en schip te vallen, omdat alle betrokken instanties naar elkaar wijzen. Het rapport van de Nationale Ombudsman laat zien hoe dat bij de Wsw gebeurt.
© Nationale Zorggids