Mensen die een ouder, kind, broer of zus hebben met nierfalen hebben zelf ook een verhoogd risico op een nierziekte, zelfs wanneer het om een een niet-erfelijke variant gaat. Dat is de conclusie uit een Noors onderzoek, zo meldt Niernieuws.
Sinds 1980 worden alle Noorse nierpatiënten die dialyse of een transplantatie ondergaan opgenomen in een nierregister. De onderzoekers gebruikten gegevens van ruim vijf miljoen mensen en vergeleken die met de gegevens over eindstadium nierfalen tussen 1980 en 2009. Van deze mensen ontwikkelden er ruim achtduizend nierfalen en hadden er 27 duizend een direct familielid dat aan de dialyse of getransplanteerd was. Hiermee blijkt het risico op terminaal nierfalen voor iemand meer dan zeven keer zo hoog wanneer een van de directe familieleden het heeft als wanneer er geen nabije familieleden zijn met deze ziekte.
Het cijfer is zo hoog omdat hier ook de families met erfelijke nierziekten in zijn meegenomen. Als de onderzoekers die buiten beschouwing laten, blijkt het risico gemiddeld met een factor 3,7 verhoogd. Dat betekent dat ook nierziekten waarvan niet bekend is dat ze erfelijk zijn, binnen families geclusterd zijn. Mogelijk speelt een combinatie van omgevingsfactoren en genetische risicofactoren een rol.
© Nationale Zorggids