Oefentherapie is een effectief middel in het bestrijden van pijn en knie-instabiliteit bij patiënten met knieartrose. Het doen van stabiliteitstraining tijdens de therapie heeft echter geen meerwaarde. Het trainen van de bovenbeenspieren is daarbij wel erg belangrijk en kan zelfs een knievervangende operatie uitstellen. Dit meldt het VUmc.
Fysiotherapeut Jesper Knoop van Reade centrum voor revalidatie en reumatologie vergeleek de effecten van oefentherapie met stabiliteitsoefeningen met de effecten van dezelfde therapie alleen dan zonder extra aandacht voor het creëren van stabiliteit. Hij deed dit bij 159 patiënten die lijden aan de veelvoorkomende reumatische aandoening knieartrose.
Belangrijke klachten van de patiënten zijn pijn, stijfheid, beperkingen in functioneren maar ook een gevoel van instabiliteit. De patiënt heeft dan het gevoel dat de knie doorzakt of geen steun biedt. Knoop ontdekte tijdens zijn onderzoek dat een verzwakte bovenbeenspier hier een grote rol bij lijkt te spelen.
Naar aanleiding van het onderzoek kwam Knoop tot de conclusie dat oefentherapie zeker helpt, maar dat de stabiliteitstraining geen meerwaarde heeft. De oefentherapie werkt daarnaast ook bij patiënten met een vergevorderd stadium van knieartrose. Knoop concludeert dat de therapie zo effectief is dat het mogelijk een knievervangende operatie bij de patiënten kan uitgestellen. Daarnaast is het versterken van de bovenbeenspieren erg belangrijk in de behandeling van knieartrose en toekomstig onderzoek is nodig om dit beter te optimaliseren in de oefentherapie. Knoop promoveert op 28 april bij VU medisch centrum.
© Nationale Zorggids
