Als frustratie, stress en een te hoge werkdruk vormen van humor zouden zijn, hadden we flink wat kunnen lachen deze week. Zo zou ik van mijn stoel hebben kunnen vallen toen ik me realiseerde dat het nationale applaus voor zorgpersoneel eerder dit jaar vooral symbolisch was: wij klappen zodat jullie deze kunnen opvangen.
NZG
Zoet
-Voor wie het gemist heeft: eerder deze week heeft een kleine meerderheid een motie voor betere arbeidsvoorwaarden voor zorgpersoneel verworpen in de tweede kamer. Coalitiepartijen CDA, VVD, D66 en de Christenunie stemde tegen. En Asscher was te laat. Kneus.
Dat deze coalitiepartijen zich hiermee bewijzen als de minst getalenteerde ratten in een groep knaagdieren lijkt me duidelijk. Zo stelt de Christenunie dat een overheid geen bemoeienis heeft met het salaris van zorgpersoneel; dat is aan vakbonden en zorginstellingen om dit met elkaar uit te zoeken. Diezelfde Christenunie stelt wél bemoeienis te hebben in met wie je trouwt.
Minister de Jonge gaf in een eerder debat aan dat er al een bonusregeling in de maak was, maar dat dit heel ingewikkeld is om uit te werken. Kortom: er komt al een zakje geld naar jullie toe, maar is effe moeilijk, doe rustig. Op het moment dat ik dit schrijf is deze bonus nagenoeg rond, en krijgt ál het zorgpersoneel 1000 euro netto, ergens in november. Ik ben hier blij mee, maar als je het bekijkt in de context van het debat deze week, kan ik niet anders dan het zien als een zoethoudertje.
Het gaat mij niet zozeer om een hoger salaris. In alle eerlijkheid is dat voor mij voldoende. Maar ik weet ook dat dat voor velen niet zo is, wat ons salaris wel een punt voor discussie maakt. Daarnaast is een salaris een onderdeel van je arbeidsomstandigheden, en die geven in zekere zin een blijk van waardering. Maar een (te) laag salaris is niet het enige dat op het moment een probleem is in de zorg, het gaat om werkplezier, werkdruk en aandacht voor je zorgvragers. Dát zijn zaken die wel structureel aangepakt dienen te worden en waar een salaris weinig invloed op heeft.
Mocht er dan toch iets zijn dat wij aan deze crisis overhouden buiten Covid-restverschijnselen, laat het dan deze les zijn: de zorg in Nederland is onwijs aan het kwakkelen. Wij zijn niet voldoende berust een crisis te bezweren, zoals iedereen heeft kunnen zien. En als het hele systeem gericht is op zo min mogelijk zorg te geven aan zo veel mogelijk mensen om kosten te besparen, is er weinig ruimte om klappen op te vangen. De buffer is te klein, zowel in een personeelsbestand als rekbaarheid van zorgpersoneel zelf. Wij zaten al redelijk aan de taks vóórdat iemand in Wuhan met een vleermuis ging tongen, en zijn dat punt nu ruim voorbij. Nu je portemonnee trekken is écht niet voldoende, als andere zaken blijven zoals ze zijn. Maar ach, wat weet ik ervan.
Broeder Joost werkt als verpleegkundig zorgcoördinator op een afdeling voor jonge mensen met dementie. In zijn dagelijkse werk heeft Broeder Joost veel te maken met nieuwe wetgeving, werkdruk, stress en bezuinigingen. Maar ook met innovatie, familieparticipatie, leuke collega's en een bijzonder fascinerende doelgroep. Laatstgenoemden maken het voor Broeder Joost meer dan de moeite waard. Voordat Broeder Joost broeder werd, volgde hij een opleiding tot verpleegkundige en heeft in dat kader ervaring opgedaan in de gehandicaptenzorg, de ggz, de geriatrie en een algemeen ziekenhuis.
© Nationale Zorggids / Broeder Joost