Normal_keukentafelgesprek__wmo__notitieblok

Gemeenten moeten hun Wmo-beleid aanpassen, zo oordeelde de Centrale Raad van Beroep (CRvB) afgelopen mei. Dat doen gemeenten ook, maar ze zijn op zoek naar manier om zo min mogelijk aan te passen en toch te voldoen aan de uitspraken van de CRvB. Dat meldt Zorgvisie.

Uit een brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) blijkt sommige gemeenten vinden dat de uitspraken niet overeenkomen met de ‘beleidsinhoudelijke beweging die gemeenten hebben ingezet naar aanleiding van de decentralisatie en transformatie in het sociaal domein’.

Op dit momenten zijn er drie manieren waarop gemeenten de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) hebben georganiseerd: gemeenten bieden huishoudelijk hulp aan als maatwerkvoorziening en hanteren afwijkende normtijden, gemeenten die resultaatgericht indiceren en gemeenten die huishoudelijke hulp als algemene voorziening uitvoeren. Gemeenten in de eerste groep mogen niet zomaar een urennorm hanteren. Vooraf moet uit onafhankelijk onderzoek blijken of zorgaanbieders in staat zijn een ‘schoon en leefbaar huis’ te kunnen leveren binnen de urennorm.

Een algemene conclusie lijkt te zijn dat resultaatgericht indiceren niet meer is toegestaan. Volgens VNG zijn er nog wel mogelijkheden voor, maar de resultaten moet duidelijker omschreven worden. Ook dient omschreven te worden welke activiteiten uitgevoerd worden en hoe vaak. Maar dat hoeft niet in uren te worden neergezet, zegt VNG. Duidelijk is dat huishoudelijke hulp als algemene voorziening anders moet worden aangeboden. Het is de taak van de gemeenten om zorgaanbieders hiervoor te contracteren. Een hulpbehoevende zou zich daar niet mee hoeven bezighouden. Bovendien moeten gemeenten bekijken of een maatwerkvoorziening financieel haalbaar is. Als gemeenten toch besluiten hiermee door te gaan, is het advies om de eigen bijdrage zo laag mogelijk te houden. Dit houdt de algemene voorziening laagdrempelig.

Volgens VNG is het niet nodig om het aantal uren voor alle cliënten terug te draaien. Dat hoeft alleen bij mensen die een beroepsprocedure hebben aangespannen. Het is daarbij ook niet altijd haalbaar om zorgaanbieders op korte termijn meer uren te laten leveren. Ook, zo meent de VNG, zullen er veel cliënten zijn die al een oplossing hebben gevonden. Als mensen een bezuiniging hebben geaccepteerd, hoeft het ook niet teruggedraaid te worden.

Door: Redactie Nationale Zorggids