(Novum) - In 2030 heeft dementie longkanker en hartkwalen afgelost als belangrijkste doodsoorzaak. Ook het aantal mensen dat overlijdt aan een val neemt toe, vooral bij ouderen. Dat staat in de Volksgezondheid Toekomst Verkenning van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu die dinsdag is gepresenteerd.
Tot 2011 waren longkanker en coronaire hartziekten de belangrijkste doodsoorzaken. De onderzoekers verwachten voor de toekomst een verdere daling van dit sterftecijfer. Daar staat tegenover dat het aantal mensen dat zal overlijden aan de gevolgen van dementie of een val, toeneemt. Dat is mogelijk toe te schrijven aan de vergrijzing: het aantal 65-plussers neemt toe van 16 procent in 2012 tot 24 procent in 2030.
De onderzoekers speculeren verder over een toename van het aantal mensen dat overlijdt als gevolg van een infectieziekte. De sterfte daaraan is momenteel laag, maar de toekomst is onzeker. Een nieuwe infectieziekte kan zich 'elk moment' aandienen. "Bovendien zijn steeds meer bacterie in toenemende mate resistent tegen antibiotica, terwijl er maar weinig nieuwe antibiotica worden ontwikkeld."
Uit de toekomstverkenning blijkt verder dat de opmars van het aantal mensen met overgewicht tot stand lijkt te komen. Hun aantal zal tot 2030 niet verder toenemen. Wel blijft het aantal mensen dat te zwaar is met 48 procent onverminderd hoog. Een op de drie Nederlanders beweegt te weinig en dat zal ook in 2030 zo zijn.
Roken is nog steeds de belangrijkste oorzaak van overlijden en ziekte, gevolgd door overgewicht en te weinig bewegen. Wel daalt het percentage rokers al lange tijd. Naar verwachting daalt het aantal rokers van 23 procent in 2012 naar 19 procent in 2030.
Het percentage zware drinkers blijft ook gelijk en komt in 2030 net als in 2012 uit op tien procent. Onder jongeren zijn niet alle trends gunstig. Jongeren zijn weliswaar minder gaan roken en drinken, maar het aantal jeugdigen dat extreem veel drinkt is onverminderd hoog. Ook drinken jongeren nog steeds vaak vergeleken met andere landen.
De levensverwachting blijft stijgen, maar minder hard dan de afgelopen tien jaar. Tussen 2012 en 2030 krijgen Nederlandse mannen er ongeveer drie jaar bij en vrouwen ruim twee jaar. Vergeleken met andere EU-landen blijft Nederland daarmee op de zesde plaats staan.
Uit het rapport blijkt verder dat mantelzorg soms negatieve effecten heeft op de volksgezondheid. Een op de vijf oudere mantelzorgers vindt dat zijn gezondheid achteruit is gegaan sinds hij zijn naasten helpt. Het gaat vooral om mantelzorgers die intensieve of complexe zorg bieden of zorgen voor iemand met gedragsproblemen. Het kabinet wil juist dat mensen vaker mantelzorg verlenen.