De 31-jarige vrouw die wordt verdacht van poging tot kindermoord, moet zich donderdag voor de rechter verantwoorden. De vrouw zou in oktober 2014 haar pasgeboren baby in een ondergrondse container in Amsterdam-Slotermeer hebben achtergelaten.
Het kindje werd destijds gevonden nadat een voorbijganger in de Fritz Conijnstraat huilgeluiden uit een ondergrondse vuilcontainer had horen komen. De politie wist het meisje met behulp van de brandweer levend uit de container te bevrijden.
Vader
Todisoa R. ontkent dat ze haar kindje heeft achtergelaten. "Ik ben niet degene die dit heeft gedaan. Ik heb meerdere kinderen en die betekenen alles voor mij. Ze zijn mijn familie. Ik heb niet de moed ze iets aan te doen", zei ze tijdens een eerdere, voorbereidende zitting. Wel erkende ze dat ze de moeder was. Ook vertelde ze dat ze haar kindje destijds Nomena had genoemd. Uit de wisselende verklaringen die de vrouw heeft afgelegd bij de politie blijkt dat ze vermoedt dat mogelijk de vader de baby in de container heeft gestopt.
De vrouw werd begin vorig jaar in Duitsland aangehouden. De politie is de moeder op het spoor gekomen dankzij een vingerafdruk die op de tas zat waarin de baby destijds werd aangetroffen. R. heeft zes kinderen, de oudste dochter woont in Madagaskar, drie kinderen verblijven in het asielzoekerscentrum in Katwijk bij haar vriend. Haar jongste dochtertje is bij haar in de penitentiaire inrichting.
Volgens het Openbaar Ministerie gaat het goed met het meisje. Zij is geadopteerd.
Door: ANP