Onderzoekers van de Technische Universiteit van Eindhoven hebben een subsidie van bijna 3 miljoen euro ontvangen om een kunstbaarmoeder te realiseren waarin de overlevingskans van te vroeg geboren baby’s wordt vergroot. Nu worden baby’s die vanaf 24 weken zwangerschap ter wereld komen, beademd in een couveuse. Echter zou het volgens de onderzoekers beter werken om zuurstof via de navelstreng toe te dienen. Dit meldt Algemeen Dagblad.
Baby’s die tussen de 24 en 28 weken geboren worden, hebben ongeveer 50 procent kans om te overlijden na zo’n vroege geboorte. Met de komst van een kunstbaarmoeder kan dat percentage mogelijke verlaagd worden naar 15 procent. “Met elke dag dat de groei van een foetus van 24 weken in de kunstbaarmoeder wordt verlengd, stijgt de overlevingskans”, aldus onderzoeker en gynaecoloog in het Máxima Medisch Centrum Guid Oei.
De kunstbaarmoeder zal voor de baby aanvoelen zoals de baarmoeder van de moeder. Het is gevuld met een speciale vloeistof om vruchtwater na te bootsen en de zuurstofvoorziening vindt plaats via de navelstreng. Hierdoor hoeven de longen zelf nog geen zuurstof te verwerken, maar komt dit kant en klaar het lichaam van de baby binnen. De gezondheid van de baby kan tevens continue gecontroleerd worden.
Oefenpop
De kunstbaarmoeder werd vorig jaar al aangekondigd en kan nu met de subsidie gebouwd worden. Er zullen eerst tests worden uitgevoerd met een foetale oefenpop. Deze pop kan heel nauwkeurig een intensive-care-instelling nabootsen, zodat de werking van de kunstbaarmoeder eerst nauwgezet getest kan worden voordat er echte baby’s in verzorgd kunnen worden.
Door: Nationale Zorggids
