Zwangere vrouwen wiens baby in de stuitligging ligt, zouden vaker de draaimethode aangeboden moeten krijgen. Met deze ingreep van de gynaecoloog wordt de baby, door handplaatsing aan de buitenkant van de buik, stevig vastgepakt bij het hoofd en de billen en kan het gedraaid worden voordat de bevalling begint. Volgens het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) en het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam wordt deze ingreep echter nog te weinig aangeboden en ondergaan deze vrouwen vaak een keizersnede. Dit meldt Algemeen Dagblad.
Een stuitligging van de baby komt regelmatig voor, wat de bevalling moeilijk kan maken. Gynaecologen slagen er echter steeds vaker in om de baby nog voor de bevalling te laten draaien, waardoor een normale bevalling plaats kan vinden. Het draaien van de baby is handenwerk en werd al toegepast in de tijd van de oude Grieken. Het vergt ervaring van de gynaecoloog, maar kent weinig risico voor de ongeboren baby.
Hoewel de procedure relatief eenvoudig is, wordt deze nog niet vaak genoeg aangeboden aan zwangere vrouwen. Gynaecologen van het OLVG en AMC pleiten voor meer draaiingen, waarmee ieder jaar zo'n tweeduizend vrouwen geholpen kunnen worden. Het uitvoeren van zo'n draai geeft vrouwen niet alleen de mogelijkheid om natuurlijk te bevallen, maar het verkort ook de herstelperiode na de bevalling. Vrouwen die een keizersnede hebben ondergaan, moeten ongeveer zes weken herstellen van de operatie. Wanneer een baby bij de bevalling nog steeds in een stuitligging ligt, wordt vaak een keizersnede uitgevoerd.
De slagingskans van een draai is afhankelijk van de betreffende arts. Gemiddeld kan de baby in 40 procent van de gevallen alsnog gedraaid worden. Per arts kan dit uitlopen van 24 tot 70 procent. Het uitwendig draaien van de baby vindt vaak enkele weken voor de uitgerekende datum uitgevoerd.
© Nationale Zorggids
